Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Aaien

Volgende week zal Carola Schouten van de ChristenUnie ongetwijfeld op het bordes staan. Als deze zin over een paar eeuwen wordt opgegraven en onze tijd helemaal vergeten is, roepen de woorden een groot vraagteken op. Op het bordes staan? Hoezo op het bordes staan? Maar wij weten gelukkig nog wat er bedoeld wordt. Het heeft ook iets plezierig huiselijks, even naar buiten, hup, het bordes op. Carola Schouten zegt dat ze niet weet of ze daar staat, maar ze zegt niet dat ze er niet staat, dus staat ze daar. Waarschijnlijk met een zware portefeuille en die is bij haar in goede handen.
Ik ben een groot voorstander van Carola Schouten, terwijl ik weinig met haar partij heb. Afgelopen weekend las ik een interview met haar, waarin ze het onder meer heeft over de uitputtingsslag van de afgelopen maanden. Ik ga snel door die informatie heen, maar aan één passage bleef ik even haken. Carola Schouten had ergens gelezen dat Alexander Pechtold af en toe over zijn rug geaaid moest worden, als hij emotioneel of `theatraal’ (?) werd. Toen ze dat wist zei ze: “Kom hier, Alexander, ik moet je even knuffelen.” Van het woord `knuffelen’ ben ik geen liefhebber, maar als Carola Schouten het bezigt, ben ik óm.
Ik houd van gebaren die genegenheid uitdrukken, ik ben zelf soms ook nogal aanrakerig. Graag kijk ik ook naar die uitingen, want ze vertederen bijna altijd. Het over de rug aaien is een handeling die de laatste tien, twintig jaar steeds populairder werd. Behalve dat die genegenheid laat voelen, zit er ook iets bemoedigends is: kom op, het is allemaal niet zo erg. Soms overkomt het me, terwijl ik niet in de gaten heb dat ik bemoedigd moet worden. Dat is op een prettige manier verwarrend.