Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Berghut

Net iets te vaak hoor ik in deze periode van het jaar net iets te veel mensen zeggen dat ze er dan en dan niet zijn, want “we gaan natuurlijk naar de sneeuw”. Die woorden spreken ze nonchalant en met stellige vanzelfsprekendheid uit. Houd ik niet van. Bijna niets is de gewoonste zaak van de wereld, zeker niet wanneer het om vakantiepret gaat, terwijl ik iedereen die pret enorm gun, maar dat is het punt niet. Je moet niet verwend doen alsof het een tussendoortje is dat toevallig in je agenda staat.
Het mag natuurlijk niet, maar de weerberichten over de sneeuwval in Oostenrijk amuseren me: als je dan per se naar de sneeuw wilt, krijg je ook sneeuw. Ja! Met belangstelling kijk ik naar de beelden van de files en ingesneeuwde hotels. Het is geen leedvermaak, ik zie het als een correctie van Het Echte Leven. Moet soms.
Graag luister ik naar actualiteitenprogramma’s op de radio en daar hebben ze, nog meer dan op televisie, de neiging van nieuws dat maar in beperkte mate nieuws is, groot nieuws te maken. De eerste dagen van de week was die sneeuw heel vaak aan de orde. Na twee keer dacht ik: nu weet ik het wel. Ik herinner me een `item’ eergisteren in de namiddag. Dat gaat dan zo: “Ja, dan is er natuurlijk de sneeuw in Oostenrijk. We hebben nu contact met mevrouw Griffioen die vastzit in een berghut. Goedemiddag mevrouw Griffioen, wat merkt u ervan?” 
Fantastisch: wat merkt u ervan? Aan mevrouw Griffioen is te horen dat ze niet goed raad weet met de vraag. Ze doet haar best monter te klinken en spreekt de hoop uit dat ze morgen of later in de week weer de bergen in kan. “Om wat te doen, mevrouw Griffioen?” Haar antwoord is verpletterend raadselachtig: “Voor een stuk teambuilding.”