Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Compliment

Als ik het kind in mezelf tegenkom, vind ik dat nooit erg. Ik hoop dat dat kind er altijd blijft. Maar als het kind zich kinderachtig gedraagt, heb ik er last van. Alsof kinderen zich niet kinderachtig mogen gedragen!
Op de fitnessclub doe ik extra mijn best als de trainer (personal coach) naast me komt staan. Behalve kinderachtig vind ik me ook een uitslover, terwijl het toch de bedoeling is dat je je daar uitslooft. Ander voorbeeld: gisteren hoorde ik dat mijn cardioloog in een ander ziekenhuis is gaan werken. Begin dit jaar hadden we een gesprek over mijn hart. Toen zei ze dat ik moest uitkijken met alcohol. Uiteraard begon ik te zeuren over zo nu en dan een glaasje, waarop ze zei: “U bent een verstandig man.” Klaar.
Altijd denk ik aan haar als ik af en toe een glaasje neem, maar nu ik weet dat ze ver uit de buurt is, krijg ik meteen de neiging het daar niet zo nauw meer mee te nemen. Ontzettend kinderachtig, maar ik krijg dat er niet uit, omdat ik niet weet hoe ik dat moet doen.
Om maar even bij de alcohol te blijven: ik lees dat er minder alcoholcontroles zijn op de weg. Rijden onder invloed ik steeds minder sociaal aanvaard – zo heet dat dan. Ik heb nog nooit te veel gedronken voordat ik ging rijden, dat weet ik zeker. Meestal niets, omdat ik vaak aan mijn cardioloog denk.
In de dertien jaar dat ik mijn rijbewijs heb en in een auto rijd, ben ik nog nooit gecontroleerd. Naar dat rijbewijs is trouwens ook nog nooit gevraagd, ja, als ik een pakje ophaal, maar ik bedoel in de auto. Graag zou ik eens in zo’n fuik gedreven worden. En dan dus een blaastest. En dat ik dan een soort compliment van de agent krijg en weer door mag rijden.
Kinderachtig is een te klein woord.