Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Delen

Feestverlichting! Sinds januari heb ik er niet meer aan gedacht. Nu loop ik door een smalle straat waar twee mannen van de gemeente werkzaam zijn, een op een kleine oranje hoogwerker. De feestverlichting heeft de vorm van een pakje met een rood lint eromheen gestrikt. Het laatst zag ik dit soort feestverlichting toen die in januari verwijderd werd, een kille dag vol kille regen. Heel erg januari. Was toen nog winter. Ineens zijn er weer negen maanden voorbij. Misschien moet ik over die feestverlichting denken: wat vroeg! Maar dat denk ik niet. Integendeel.
De twee mannen van de gemeente zien er allesbehalve vrolijk uit. Misschien mag ik ook niet verwachten dat mannen die met feestverlichting in weer zijn, er feestelijk uitzien. 
Naast me stopt een vrouw op een fiets. Ze telefoneert met harde stem, zo hard dat het haar niet lukt ook nog door te rijden, wat ik toejuich. Halverwege de twintig, denk ik. Met veel blond haar dat enorm in de war zit, en een vrolijk gezicht, het kan bijna niet vrolijker, maar dat kan wel, zie ik. Niet moeilijk te verstaan wat ze zegt: “Een huis, zeg je? Heb ik een huis? Echt waar? Heb ik een huis? Ik kan het niet geloven! Ik kan het niet geloven!” Ze zegt zeker nog een keer of vijf dat ze het niet geloven. Haar volle stem zingt over straat, haar blijdschap tuimelt erachteraan. Als ze klaar is met telefoneren, verbergt ze haar gezicht even in haar handen, alsof ze haar vreugde paar seconden voor zichzelf wil houden. Mooi gebaar. Dan kijkt ze om zich heen, ze wil haar blijdschap delen, maar iedereen heeft haast. Behalve ik, want ik keek naar de feestverlichting die nog niet werkt, en nu naar haar. Ze knikt triomfantelijk naar me, ik naar haar.