Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Hoed

Een karakterloos winterwindje speelt slap met de kerstbomen die op straat afgedankt liggen te wezen. Beeld dat bij januari hoort, de schraalste maand van het jaar. Moeilijk voor te stellen dat die bomen een paar dagen geleden, misschien gisteren nog, bont versierd en verlicht onze huiskamers voorzagen van een sfeer die ook voor jinglebells in ons humeur zorgden. De rest van het jaar moeten we weer zonder doen. En die rest van het jaar duurt nog behoorlijk lang.
Onze kerstboom staat nu op de kleine binnenplaats die vanuit mijn werkkamer het uizicht is. Immers een kerstboom met kluit en die leg je niet zomaar op straat tussen de morsdode collega-bomen. Die mag nog een tijdje blijven leven, misschien best behoorlijk lang. Of dat lukt, is de vraag. Misschien moet die in maart alsnog op straat tussen de vuilniszakken.
Bij ons thuis ging de kerstboom op Driekoningen de deur uit, een inmiddels wat onduidelijke feestdag die gisteren aan de orde was. De hele woonkamer werd dan grondig schoongemaakt, van Kerstmis mocht geen spoor meer te zien zijn. Ik vond dat altijd een beetje neerslachtig stemmende bedrijvigheid. 
Eén jaar kwam daar nog iets bedroevends bij: toen gingen twee vriendjes en ik vanwege Driekoningen in onze straat van deur tot deur, nogal rommelig verkleed. Altijd had ik aan deze gang van zaken kunnen ontsnappen, maar dat jaar lukte het niet. Ons doel was érg veel snoep. Uiteraard zongen we het lied Driekoningen Driekoningen, geef mij een nieuwe hoed. Ik was toen al lang en ik stond achter mijn vriendjes, een positie die door mijn lengte opvallend was. Ook dat ik tergend vals zong, wat ik van mijn moeder had overgenomen, maar die bleef er enthousiast bij.