Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Hulpelozer

Bij het bericht van de dood van Frits Bom dacht ik niet dat hij al lang overleden was, wat ik soms heb bij mensen die ik lang niet meer zag of aan wie ik lang niet meer dacht. Hij is niet oud geworden.
Dat hij in Benidorm stierf, verbaast me niet. Ik liep er één keer doorheen, in deze tijd van het jaar, en het was er allemaal zeer Nederlands. Op de ruit van een café hing een vrolijk gekleurd papier waarop stond dat hedenavond hutspotavond was. Frits Bom woonde er een groot deel van het jaar en ik las dat hij het leuk vond als mensen daar tegen hem riepen: “Vakantieman, ben ik al bruin?” Daarom woonde hij er waarschijnlijk ook, vanwege de mensen met dat soort vragen. Misschien moet ik wel zeggen: zijn mensen.
Ik zag hem zo nu en dan op de televisie aan het werk als Vakantieman. Daarvoor was hij Konsumentenman, maar daarvan herinner ik me niets.
In de jaren negentig was hij Vakantieman. In die tijd speelde televisie een nog kleinere rol in mijn leven dan nu, maar er was iets dat me fascineerde. Ik weet ook wat. Ik raakte maar niet uitgekeken op mensen die in hun woning over hun vakantie klaagden. Je kon het ook ter plekke doen, maar in de eigen woning was het hartverscheurend. Bijna altijd zaten ze, meestal een man en een vrouw, op een grote bank in een kleine woonkamer. Tussen hen in bevond zich een kolossale hond. Een van de twee las de klacht voor die op een vel papier was genoteerd. De mensen leken niet alleen een beetje op hun hond, maar ook op een klacht. Daarna kwam het strijdlustige hoofd van Frits Bom in beeld en je wist meteen: dadelijk wordt er iets enorm opgelost!
Het was anders dan het getier bij de Rijdend Rechter. De woede was hulpelozer. Daarom ook mooier.