Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Jus

Het woord kom ik soms nog tegen, maar het is alleen maar een woord. Natuurlijk, het stáát voor iets, maar ik heb er verder weinig mee. In mijn kindertijd was dat anders: lunchroom. Mijn moeder ging er weleens heen. Aan het einde van de ochtend. Daar ontmoette ze een vriendin, met wie ze dus iets at. Ik was daarvan onder de indruk. Hoe oud was ik? Jaar of zeven, de jaren vijftig waren nog niet voorbij. Thuis kon je natuurlijk ook eten, maar mijn moeder ging ervoor de deur uit, nadat ze zich had omgekleed. In mijn herinnering was het altijd stralend weer als ze naar de lunchroom ging, en wat ze aan had, hoorde bij dat mooie weer. Mijn moeder was altijd vrolijk, maar ze kwam nog vrolijker terug. 
Soms mocht ik mee, maar ik durfde me er niet zo goed te bewegen en was van alles wat er gebeurde, zwaar onder de indruk. Toen het later in mijn leven was geworden, kwam ik nooit meer in lunchrooms. 
Tot zaterdag, midden op de Afsluitdijk. Ik was met de zangeres met wie ik door het land trek (met het programma Montere Weemoed), zij stopte er, zei “Daar, dáár is een lunchroom” en dat ze zin had in een kroketje. Het is geen lunchroom die bij mijn herinneringen hoort, niet zo chic, integendeel, maar toch. 
In mij schreeuwt kneuterig zachte vreugde. Tafeltje met uitzicht op het IJsselmeer, dat glinstert in de zon, opspattend water, toonbank met vitrines en de dames die er werken zijn lunchromig. Als je vraagt of de gehaktbal uit de jus komt, knikken ze teder. Ze hebben zin je het naar je zin te maken. Wordt steeds zeldzamer. Op weg naar de wc zie ik dat er ook `een topper van de week’ is, deze week: een saucijzenbroodje. Van alles moet je spinnend kreunen. Automatisch ga je ook fluisteren.