Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Nuttig

Toen deze week de autogordelkwestie werd aangesneden, dacht ik uiteraard aan mijn eigen omgang met die voorziening. Op de grote weg, geen punt, gordel altijd om. Ik heb een auto uit 1993 en soms doet de gordel niet altijd mee met wat ik wil. Moet dan langs de kant van de weg gaan staan om het ding uit zijn ruststand te rukken. Ik probeer dat ontspannen doen, maar dat ben ik niet. 
Daarom laat ik binnen de bebouwde de gordel weleens zitten waar die zit. En dan zie ik bijvoorbeeld aan het eind van de straat een politieauto vol waakzaamheid. Wat dan? De gordel razendsnel ongezien omdoen, gaat dus niet. Bovendien vind ik dat ontzettend kinderachtig. Je doet iets wat niet mag, prima, maar daar moet je wel voor uitkomen. Dus daarom ook gewoon het gesprek met de politie aangaan: “Waar zijn we precies mee bezig, mijnheer.” Ik zeg dan meteen: “Ik weet dat ik hartstikke fout zit.” Zo’n bekentenis kan helpen. 
Vorige week stond ik in alle vroegte voor een rood licht. Ik was de enige deelnemer aan het verkeer daar. Maar ineens staat er een politiewagen naast me. De inzittenden zijn niet in een tophumeur. De agent naast de bestuurder opent zijn raam en wijst fel naar mijn buitenachteruitkijkspiegel. Die zit nog ingeklapt. Ik kan niet net doen alsof dat niet zo is. Een uitstekend moment om toe te geven: “En de gordel heb ik ook nog niet om.” Het is nuttig als ik eraan toevoeg: “Ik ben nogal fout bezig, maar ja, de dag is nog piep- en piepjong.” De agenten vinden dat zo’n rare mededeling dat ze met tegenzin gebaren dat ik door mag rijden. Als het licht niet meer rood is tenminste. Anders ben ik er alsnog gloeiend bij. Het was even groen tijdens ons gesprek en nu weer rood, zo gaat dat.