Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Ochtendzon

Nog steeds gedraag ik me niet diep verwijtbaar in de Week Zonder Vlees. Alleen iedere dag een kop kippenbouillon. Had ik me normaal niet in me hoofd gehaald, maar ik ziek nog steeds een griepje uit en moet aansterken. Met dat laatste heb ik nauwelijks ervaring, maar weet alleen dat kippenbouillon heilzaam is. Troostrijk ook, maar daar moet je het niet over hebben in de Week Zonder Vlees, althans niet wanneer het om kippenbouillon gaat. Als zo’n week lukt, ja, dát is troostrijk.
De bouillon maak ik niet zelf, want daar heb ik geen tijd voor als ik aansterk, maar koop ik in een winkel waar het vriendelijk ruist van idealisme. De kip waarvan de bouillon getrokken is, heeft bijna een beter leven gehad dan ik, maar ja, het is toch anders, want van mij wordt geen bouillon getrokken.
Na de bouillon denk ik even na, wat ook door de geur komt. Ik dwaal door een paar keukens uit mijn leven, fundamentele keukens.
Of het daarmee te maken heeft, kan best, maar dan eet ik een beschuitje. Ook erg lang geleden. Ja, tijdens kraamvisites overkomt zo’n beschuitje me, maar dan ben je veel te druk in de weer te voorkomen dat de muisjes alle kanten op schieten. Met volle mond huldig je het nieuwe kind. Dan ben je dus niet bewust met een beschuitje bezig.
Nog niet zo lang geleden was er een populair zinnetje: “Met jou zou ik best een beschuitje willen eten.” Ik kwam er nooit toe zoiets te verzuchten, maar ik snap natuurlijk wel de bedoeling.
De laatste keer was, echt waar, in de  slotfase van mijn kindertijd. De beschuit zat in een vrolijke beschuitbus. In de wereld was nauwelijks iets aan de hand, de ramen stonden open, frisse lucht danste door de kamer, de ochtendzon scheen op onze glimlach.