Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Ontploft

Soms zegt iemand iets tegen je dat hartstikke waar is, terwijl je het niet per se wilt horen. Hoe ga je daarmee om? Gisteren begon het met de verwarmingsketel. Toen die 4 jaar geleden werd geplaatst, zei de installateur dat het de Rolls-Royce onder de verwarmingsketels was. Van die typering was ik erg onder de indruk.
Van Roll-Royces heb ik geen verstand, van verwarmingsketels ook niet, het enige wat ik weet is dat de onze er om de haverklap mee stopt. Gevoelige voorziening, denk ik. Daarom was de installateur er gisteren. Met een collega. 
Ze keken een tijdje vertederd naar de ketel en zeiden een keer of drie: “Het kan eigenlijk niet.” Ik kon er niets aan toevoegen. Ja, op mijn lippen lag: “Maar toch is het zo.” Maar omdat ik zo blij was dat ze er waren (“We proberen een gaatje voor u te vinden.”), wilde ik me niet negatief opstellen. 
Ze klapten een koffertje open en de hoofdinstallateur zei: “U moet nu de warme kraan opendraaien.” De verwarmingsketel staat op de bovenste verdieping van het huis, de badkamer met daar een kraan voor warm water op de verdieping daaronder. Ik ging dus snel de trap af, een beetje fanatiek, blij dat ik ook iets kon doen. En toen zei de andere installateur: “Doe maar kalm aan, hoor. U bent de jongste niet meer.” Dat laatste had ik nog nóóit iemand tegen me gezegd! Het was net alsof die woorden me even bevroren, daar midden op de trap. Vaak zeg ik in zulke situaties: “Fijn.” Maar dat zei ik nu niet. 
Even later stelde de hoofdinstallateur vast: “Het is het expansievat.” Hij wees naar een rood ding. “Dat is ontploft.”
Ik knikte, ik wist niet dat het een expansievat was, ik zag er ook niets aan, maar ja, je ziet niet alles aan de buitenkant.