Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Terugtraprem

De berichten over de herenfiets liet ik ongelezen. Ik dacht: wat nu weer? Ik liet het bij die gedachte, verdiepte me niet in het antwoord op die kleine vraag. Misschien krijg ik steeds meer last van de vraag `Wat nu weer?’. Ze moeten van de herenfiets afblijven! Alleen het woord al. Er zullen vast ook mannenfietsen bestaan, maar dat zijn andere fietsen dan herenfietsen. Het probleem is de stang. Ook al liet ik de berichten ongelezen, dat drong tot me door: de stang.
Mijn eerste fiets was een kinderfiets zonder stang. Ik was een jaar of vijf, wat geen leeftijd voor een stang is. Wel zie ik hem nog staan, in de keuken, op een zonnige ochtend. Ik was niet eens jarig. Waarschijnlijk vonden mij ouders dat ik aan een nieuwe fase moest beginnen. Op een fiets kun je verder van huis weg dan zonder fiets. Mijn vader leerde het me, fietsen. Dat deed hij vrolijk en aandachtig. Daarna fietsen we een tijdje samen.
De herenfiets kwam een paar jaar later en `herenfiets’ is natuurlijk een te groot woord. Jongensfiets, iets anders dan kinderfiets. Met stang. En daar kwam ik vrij snel op terecht, het moment staat me bij: vroege ochtend, zomerse motregen, op de hoek van de straat moest ik plotseling vol op terugtraprem gaan staan en ik schoot maar voren. De pijn die ik voelde, kende ik nog niet, ik kreeg er tranen in de ogen van, geen huiltranen, andere.
Paar jaar later kwam de herenfiets, die echt op een herenfiets leek, want ik was een lange jongen. Ik kwam vast nog een keer op de stang terecht, maar dat moment herinner ik me niet. Wel dat er een meisje op de stang zat, hartje zomer. Ze was licht als de lucht, ze rook naar warmte. Weer een nieuwe fase. Mocht nooit voorbijgaan, maar ach.