Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Trommel

Gisteren in de namiddag komt er bezoek en ik zet een fles wijn op tafel en glazen. Het bezoek schudt echter het hoofd: “Nee, we drinken veertig dagen niet.” Ik ben verbaasd, het bezoek weet er normaal wel raad mee en vindt het gelukkig niet raar de gang van zaken toe te lichten: “Vorige week woensdag begon de vastentijd en we besloten dat we gewoon maar eens mee moesten doen.” 
Over deze woorden denk ik even op volle kracht na. `Gewoon maar eens meedoen’ vind ik altijd een wat linke handelswijze, ook omdat er volgens mij niets gewoon is. Maar wat heeft het bezoek ineens met vasten? “In principe niets, maar we dachten waarom niet?” 
Ik knik, ik dacht te vaak in mijn leven `waarom niet?’ en dat kwam uiteindelijk niet altijd goed uit. Ik denk het nog regelmatig trouwens en dat heeft nog steeds voor- en nadelen.
“Jij weet er toch alles van,” zegt het bezoek. Ik drink inderdaad al ruim een jaar geen drank met alcohol erin, maar dat wil nog niet zeggen dat ik er alles van weet. Ik weet van niets alles. Nee, het bezoek bedoelt nu van vasten.
O ja, inderdaad, ik weet dat vasten nog steeds bestaat, maar ik denk er eerlijk gezegd bijna nooit aan. Toen ik kind was wel. Op de dag na carnaval kwam er een trommel op tafel te staan en die bleef daar tot de dag voor Pasen, veertig dagen dus. Het vastentrommeltje. Niet dat ik een ontremd snoeper was, maar iedere dag was er wel wat. Als ik me goed herinner, aten we ook soberder. Mijn moeder zei, geloof ik, dat het goed was voor je gedachten. Ze zei nog meer, maar dát heb ik vooral onthouden, omdat ik toen al veel interesse had voor wat goed was voor je gedachten.
Ik beloof het bezoek dat ik de kwestie streng ga bestuderen en dat doe ik ook.