Wat ik helemaal niet wil, is haast hebben. Toch is dat vaak het geval en bijna altijd mijn eigen schuld. Behalve als ik haast heb door vertraging van bijvoorbeeld de trein. Maar ook dat is mijn eigen schuld. Had ik maar niet moeten verwachten dat ik door de trein te nemen ergens op tijd zou arriveren. Beter nadenken! Daar gaat het dikwijls om: beter nadenken! Nuttig is het op het eind van de dag even stil te staan bij al die haastmomenten. Waaróm waren ze er? Daar hoort een vraag bij en daarvoor ga je voor de spiegel staan: hoe ging ik ermee om?
15 jaar geleden volgde ik langdurig rijlessen. Na een jaar moest ik van een gewone auto in een automaat gaan rijden. Er kwam ook een nieuwe lerares en die zei toen ik was ingestapt: “Ik krijg altijd de speciale gevallen.” Ik vroeg wat het speciale aan mijn geval was. Ze antwoordde: “Nou, voor jou had ik een man met een klompvoet. En die klompvoet gaat natuurlijk ook in je hoofd zitten. Na jou komt er een man die vrouw aan het worden is.” (15 jaar geleden was dat nog niet gewoonste zaak van de wereld.) Ik zei: “O, op die manier.” Dat zijn meestal rare woorden, toen ook.
Wanneer ben je doelgroep van iets? Hoewel ik geen groepsmens ben, denk ik dat het lekker is tot een groep te behoren. Je hoeft niets in die groep te doen, maar je staat in ieder geval niet alleen. Ik zag een fotootje dat is gemaakt op de 50Plusbeurs in Utrecht (Jaarbeurs).
Aan het begin van de dag gebeurt er al iets waarvan je denkt: zullen we dit begin alsjeblieft maar even overdoen! Gedoe met het koffiezetapparaat, koffie die over de vloer druipt, kopje kapot, niet belangrijk, alleen maar lastig. Stapeltje borden dat uit je handen valt tijdens ontruimen afwasmachine (niets voor de vroege ochtend!). Of, ja, de vaas bloemen die je omstoot op tafel waarop je de ochtendkrant hebt opengevouwen. Er zijn ergere dingen, maar toch maak je je zorgen over de rest van de dag. Als die zo begint, hoe moet het dadelijk dan?
Soms maak je in het dagelijks leven even passen op de plaats, denk je: ho, niet metéén handelen, even nadenken. Hoe lang je dat laat duren, hangt af van waarover je nadenkt. Vaak kan die stilstand nuttig zijn.
Bij de dood van Anneke Grönloh denk ik aan de dagen waarmee zij onlosmakelijk verbonden was, in mijn geval de eerste helft van de jaren zestig. Met haar repertoire had ik weinig, maar ik vond haar sympathiek.
Vast zal vandaag iemand uitleggen waarom Prinsjesdag Prinsjesdag heet. Uitleg heb ik al vaak gehoord, op Prinsjesdag dus, maar ik vergeet die telkens, terwijl ik toch voor de meeste woorden respect voel.
In mijn omgeving kijken ze veel naar series, op Netflix of andere voorzieningen. Die series zijn vaak onderwerp van gesprek, op verjaardagsfeesten, tijdens maaltijden. Al die series vormen een wereld waar ik niet bij hoor, want ik zag er maar twee, alweer best lang geleden, Borgen en The Crown. Voor beide series afzonderlijk trok ik twee dagen uit en was onder de indruk.
Overheidscampagnes die ons bewust moeten maken van iets wat we beter niet moeten doen, zijn vaak kinderachtig. Gaat altijd om wat we heus wel weten. We moeten er dan onrustig van worden omdat we net iets te vaak doen alsof we het niet weten. Mag best een schepje bovenop. Dat we geschrokken terugdeinzen als we zo’n spotje zien en met ingehouden adem de boodschap herhalen.
Het is de bedoeling dat je min of meer over alles een mening hebt. En niemand vraag zich af wat daar de zin van is. Heus niet alles hoeft zin te hebben, echt niet, kan ook érg vermoeiend zijn, maar hetzelfde geldt voor overal een mening over hebben.