Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Arbeidsmarkt

Verbazingwekkend is het niet, maar toch schrikken. Ik las het gisteren, maar had het kunnen weten: veel studenten schrijven hun scriptie niet meer zelf. Het heet anders: ze worden erbij geholpen. Niet door de mensen die hen opleiden, want dat zou geen ongewone gang van zaken zijn, een opleiding is immers een opleiding. Nee, door bureautjes waar scriptiedokters werkzaam zijn. Universiteiten en hogescholen zegt dat hulp mag, mits de scriptie `het eigen product van de student is’. Als we kijken naar wat de hulp inhoudt, is van een eigen product helemaal geen sprake. Een oud-docent van de Nijmeegse universiteit is zo’n hulpverlener geworden en zegt daar geen enkele moeite mee te hebben, omdat een scriptie een wetenschappelijk verhandeling moet zijn en de meeste studenten helemaal niet in wetenschap geïnteresseerd zijn, maar vooral in een plaats op de arbeidsmarkt. Dat laatste is begrijpelijk, maar toch moeten we ons hart vasthouden. Je kunt het ook simpeler zeggen: het gaat in een scriptie misschien vooral om het verwoorden van gedachten. Aan die gedachten hoeven heus niet de allerhoogste eisen gesteld worden, aan de verwoording wel. Maar goed, ook dit houdt dus op. Veel studenten van nu schoppen het niet ver op de arbeidsmarkt, wat deels ook aan de arbeidsmarkt ligt. Sommigen wel en die komen we dan hoog in het bedrijfsleven tegen of in de politiek. Ze denken wel iets, maar ze kunnen nauwelijks meer zeggen wat. Daar hebben ze geen woorden voor, terwijl die woorden wel gul bestaan. Maar ja, wáár ook alweer?

 

Columns

  • Als kind vond ik het soms moeilijk als volwassenen het over later hadden, vooral in zinnetjes als: `Dat vertel ik je later wel.’ Of: `Dat mag pas als je later groot bent.’ (Ik was trouwens al snel een behoorlijk lang kind, maar dat was niet het `groot’ dat ze bedoelden. Daardoor... lees meer

  • Paar dagen geleden las ik een artikel waarin staat dat vrouwen massaal vallen voor mannen die gitaar spelen. Wist ik niet. In mijn directe omgeving bevinden zich ook vrouwen, maar die heb ik er nooit over gehoord. Een Brits onderzoek heeft het aangetoond. Ik vertrouw Britse on... lees meer

  • Als ik lees dat de tandarts goedkoper wordt, denk ik meteen: dan was hij dus te duur. Maar het kan zijn dat deze gedachte niet juist, want ongetwijfeld ligt het gecompliceerder, wat altijd het geval is wanneer het om geld gaat. De Nederlandse Zorgautoriteit heeft zich over de in... lees meer

  • Er staan oude huizen in de straat waarin ik woon. Een ervan wordt heftig verbouwd en dan kan het zijn dat zo’n verbouwing invloed heeft op de conditie van de andere huizen. Een verzekeringsmaatschappij houdt dat in de gaten. Ben dan ook niet verbaasd als er een man aanbelt die z... lees meer

  • Dan gaat het ongeveer de hele tijd over de naheffing en ineens niet meer, maar misschien is de kwestie vandaag weer aan de orde. Je weet het nooit met de naheffing. Een parmantige staatssecretaris is de heer Wiebes, dat werd ook heel duidelijk. Vijf tot zes miljoen belastingbeta... lees meer

  • Mijn fysiotherapeut vraagt aan het eind van onze bijeenkomst wat voor cijfer ik aan me klacht geef. De klacht is mijn knie, die ik jaren geleden door intensieve sportbeoefening matig functioneerbaar heb gemaakt. Ik druk me nu nogal plechtig uit, maar dat is uit respect voor de k... lees meer

  • Voor een klusje in huis neem ik altijd een krachtige grondhouding aan, ik denk: laat ik het systematisch aanpakken. Door zo aan het klusje te beginnen, ben ik altijd al een eind op weg. Is niet zo, maar ik houd het mezelf voor. Vooral als het om een reparatie gaat. Het zijn alti... lees meer

  • Nachtopvang. Zo heet een gedicht dat ik las. Het is van de Amerikaanse schrijver Charles Bukowksi, van wie ik veel werk bewonder, niet alles, maar dat hoeft ook niet, want zijn oeuvre is erg omvangrijk. Bukowksi leefde tot hij beroemd werd behoorlijk aan de zelfkant en dronk zich daar kranig door... lees meer

  • Van het bestaan van de buffalokever was ik niet op de hoogte. (Nooit gedacht een stukje zo te beginnen.) Lijkt me een stevig beestje. Ik begin erover omdat ik steeds vaker lees dat het binnenkort toch echt menens is met insecten als ons dagelijks voedsel. Dan liggen ze gewoon in... lees meer

  • De loodgieter kondigde aan om half acht in de ochtend te komen. `Fijn!’ zei ik. Ik was immers blij dát hij kwam en niet over een week of twee `een gaatje’ voor me kon vinden. Hij belt om kwart over zeven aan. Ook daar heb ik rekening mee gehouden. Ik doe gedoucht en aangekleed o... lees meer

  • Eén keer overkwam het me bijna: dat ik in Barneveld in de trein wilde stappen, maar dat dat eigenlijk niet kon, omdat die trein te vol was. Hoe het toch lukte, weet ik niet meer, maar het lukte. Wel dacht ik: stel dat je weg wilt uit Barneveld en het kan niet. Ja, een latere tre... lees meer

  • `Einde blauwe envelop nabij’. Als ik zoiets lees, voel ik eerst een soort bevrijding, maar dat is rare naïviteit. De belastingdienst gaat ons bij voorkeur digitaal benaderen. Dus voortaan komt er bij iedere brief het verzoek `een account op Mijnoverheid te activeren’. Houd toch... lees meer

  • Al snel nadat de trein is vertrokken, roept de conducteur om: `Als u in een stiltecoupé zit, is het de bedoeling dat het daar ook echt stil is.’ Hij last een korte pauze in. Die bedoeling had ik al begrepen, maar het is goed dat hij nog eens sterk tot me doordringt. Het woord `s... lees meer

  • Een op de vijf jongeren heeft geldzaken niet op orde, lees ik. Is onderzocht. En meteen ben ik benieuwd naar de leeftijd. Werd snel helder: tussen de 12 en 24 jaar. Toen ik 12 was, speelden geldzaken geen prominente rol in mijn leven. Ik kreeg zakgeld dat ik uiteraard te weinig... lees meer

  • Vanuit de trein door het zuiden van Nederland zie ik veel achtertuinen met een trampoline erin. Mijn indruk is: meer dan elders in het land, maar dat weet ik natuurlijk niet zeker. Misschien kan een onderzoeker op de universiteit van Nijmegen hierin zijn tanden zetten. Ik denk d... lees meer

Pagina's