Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Blazen

“Ik ben even alleen nu. Thea is eten, Noor is eten, Ineke is eten en Do is ook eten.”In een winkel vol dameskleding zit ik aan een tafel te wachten. Daarvoor is die tafel. Voor wachtende partners. De verkoopmedewerkster die me zojuist koffie gaf en een groot glas water, zegt het tegen een klant die ze kent, dat zo’n beetje iedereen eten is. Nog niet zo lang geleden was het `met pauze’ of `even weg’, maar nu is het wat het is: eten.
Als je in één zin zo vaak eten hoort, klinkt het licht epidemisch, iedereen is eten, niet áán het eten, nee, eten. Eten krijgt daardoor iets zeer intens. Gaat erg in mijn hoofd zitten.
Als ik even later weer in de frisse buitenlucht sta, valt het me meer op dan anders dat ontzéttend veel mensen lopen te eten. Zijn er meer dan voorbijgangers die niet eten. Grote broodjes waaruit rucola bloest, van die broodjes die je haast agressief moet benaderen, anders delf je het onderspit, plastic bakjes waarin een oosters gerecht dampt waartegen je dus heel hard moet blazen, waardoor kleine ingrediënten uit het bakje geblazen worden, puntzakken patat, het is maar een greep.
Je vraagt je af waarom niet iedereen er even bij gaat zitten. Waarom moet het lopend? Niemand kijkt er gelukkig bij, maar misschien is dat ook te veel gevraagd. Maar dat het eten een genoegen lijkt, kun je niet zeggen.
Wie leest nog Gerard Reve die in 2006 overleed? Graag herlees ik bijvoorbeeld Op weg naar het einde. Daarin staat onder meer de passage: “(…) mijn overtuiging eist dat de mens in het geheim, alleen, bij voorkeur achter een juten gordijn gezeten, zijn voedsel tot zich neemt, dat bovendien van de allereenvoudigste soort dient te zijn (…)”
Ik merk dat ik onmerkbaar knik.