Bericht dat ik met ingehouden adem lees: dat een bezoeker van de Nieuwe Kerk in Amsterdam een kunstwerk van de wereldberoemde Jeff Koons aanraakte en dat dat kunstwerk uit elkaar spatte of in scherven viel (in ieder geval: kapot!). Een blauwe bol van dun glas die deel uitmaakte van een schilderij, die dag voor het laatst in Nederland te zien. Waarde niet te schatten, miljoenen dollars, zoiets.
Het blijft een woord dat altijd lichte huiver veroorzaakt: examen. En nervositeit natuurlijk. Ook al heb je er niets meer mee te maken. Toch. Vmbo-leerlingen zijn er al mee begonnen. Wist ik niet en dat is vreemd voor een examengevoelig iemand als ik.
De meeste vernieuwingen zijn uitstekend. Bij sommige ervan moeten we ons afvragen waarom we ze willen. Het antwoord kan het inzicht in onszelf verruimen. Hier en daar wordt geëxperimenteerd met supermarkten zonder kassa, dus die ontwikkeling zal zich wel doorzetten. We regelen alles met ons telefoontje, daar komt het ongeveer op neer. Behalve dat ik me blijf verzetten tegen de dictatuur van de telefoontjes, denk ik ook: waarom supermarkten zonder kassa’s?
Het avontuur van het alledaagse, daarmee kan veel beginnen. Je moet goed luisteren, vooral goed kijken en dan is overal iets dat aandacht verdient en wat anders kan veroorzaken. Dinsdagmorgen overleed Arno Arts, beeldend kunstenaar in Arnhem. Ik schrijf niet `Arnhems kunstenaar’, want dan heb ik het gevoel dat ik hem begrens, zijn werk vooral. Hij woonde en werkte graag in Arnhem, maar wat hij maakte ging het land door, de wereld over.
Van een burn-out heb ik geen verstand. Ik maak wel mensen mee die er last van hebben. Of last, nee, dat is niet het goede woord: die erdoor gevéld worden. Vooral mensen die veel jonger zijn dan ik. Gisteren nog sprak ik een vrouw die de rest van het jaar `van de radar’ gaat. Ik denk dan: wat lang. Blijkbaar is die gedachte te zien, want de vrouw zei: “Zo’n burn-out moet je serieus nemen.” Doe ik ook, want ik heb er geen verstand van. Daarom lees ik erover.
De advertentie viel me op. Ging over een fotoboek over Máxima, groot formaat: `Een kroonjuweel op uw koffietafel’. Dan besef ik dat ik geen koffietafel heb. Ja, tijd geleden een kleintje, waarschijnlijk te klein voor het boek over Máxima. Stond in de buurt van de bank. Ik zette er inderdaad soms een kopje koffie op, maar ook andere dingen, een glas wijn bijvoorbeeld. Zo’n tafel heet echter nooit wijntafel.
Sommige dagen blijven lijken op dagen in je kindertijd, terwijl ze toch anders zijn omdat jij dat ook bent en de tijd waarin je nu leeft helemaal. Ik heb het bijvoorbeeld over de dag voor Kerstmis en Kerstmis zelf, de middag voor sinterklaasavond, wakker worden en weten dat je jarig bent, en ook paaszaterdag. De lente is vandaag geen lente zoals die moet zijn, is wel op koers, maar ik blijf paaszaterdag een prachtige lentedag vinden, ook al valt er straks kille regen. Zo zit die dag in mijn hoofd, en hart.
Soms zie ik op het schermpje van mijn telefoontje dat de beller afkomstig is uit Singapore of de Filippijnen en neem ik niet op. Raar woord inmiddels: opnemen. Ik zeg het anders: ik ga het gesprek niet aan. Ik vraag me wel af of er op dat moment iemand die ik ken in Singapore is of op de Filippijnen (7107 eilanden), maar wat overheerst is de gedachte dat ik hier met linke soep te maken heb. Terwijl ik toch een goedgelovig persoon ben en veel te snel denk dat iemand het beste met me voor heeft.