Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Bonen

De vraag hoe het met je gaat is bijna altijd te groot. We zouden ermee moeten ophouden: de steller van de vraag merkt het vanzelf wel. Een antwoord kan zijn: “Best goed. Ik heb de boel op orde.”
Klinkt uitstekend, maar het probleem in dat antwoord is het té globale woordje `boel’. Wat is de boel precies? Of ongeveer?
Hoewel ik er geen zin in heb, moet ik het toch even over minister Faber hebben. Zondag is het 1 juni en vanaf die datum komt er een strenge aanpak van asielzoekers die overlast geven. Heeft de minister aangekondigd, nee, beloofd. Ze noemde het een doorbraak en voegde eraan toe: “We hebben de boel op orde.” We horen het haar zeggen.
De mensen die met die aanpak uit de voeten moeten kunnen, de uitvoerders, hebben echter geen idee van wat de bedoeling is. Wat er vaker met deze minister aan de hand is: tussen wenselijkheid en werkelijkheid gaapt een groot gat.
Daarom komt er volgende week weer gedonder. Stephan van Baarle van Denk had het onlangs over Circus Faber. Die typering hééft wel wat. We krijgen weer de voorstelling die we onderhand gewend zijn. Ik probeer alles wat hoogst irritant is, vooral enorm fascinerend te vinden.
Mevrouw Faber zal weer in de Kamer moeten neerstrijken, want de volksvertegenwoordiging wil weten hoe het zit met de verse chaos. Als altijd wordt het vast een doodlopend gedachtewisseling. 
De minister zal vragen nauwelijks beantwoorden en als iemand daar dan min of meer wanhopig iets over opmerkt, zegt ze laconiek, we kennen het: “Ik geef wel antwoord, maar niet het antwoord dat u wilt horen.”
Fantastisch is het. Je vraagt: “Regent het?” Antwoord luidt: “Witte bonen in tomatensaus is een topgerecht.” 
Kniesoor die dat geen antwoord vindt!