Op de Nederlandse televisie is de zomer al begonnen en die duurt nog een kwartaal, maar voor mij is het pas zover na de tennisfinales op Ronald Garros, zaterdagmiddag Gauff tegen Sabalenka, zondag Alcaraz-Sinner. Bij die laatste wedstrijd wist je na een uur of drie, op het puntj... lees meer
In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Zomeravond
Bijna altijd moeten verkleinwoorden een alarmbelletje doen rinkelen. Denk bijvoorbeeld aan de ontregelende vraag: heb je een minuutje? Mijn bevriende buren stellen ’s avonds voor: `Zullen we rond een vuurtje op het dak gaan zitten.’ Dak is hier niet het dak van kom-van-dat-dak-af, maar een dakterras. Waar het me in dit voorstel om gaat is het woord `vuurtje’. Bedoel wordt vuur in een korf of in een bak die op een korf lijkt, zeg maar vuur voor de gezelligheid. Ik ben daar een voorstander van, maar vanwege het verkleinwoord denk ik dat mijn vrienden het vuur niet helemaal serieus nemen. Dat blijkt ook wel op het dakterras. Daar doet zich vooral rookontwikkeling voor. En niet zo’n beetje ook. Het vuur zelf houdt zich gedeisd, het draait het gezegde Waar Rook Is Is Vuur bij wijze van spreken om. Mijn vrienden zeggen dat het door de wind komt en ook door het natte hout en terwijl ze deze woorden uitspreken, moet ik mijn best doen ze te zien, want door de rook zijn ze bijna aan het oog onttrokken. Iedereen moet ook enorm hoesten. Dat schept een band, maar het is niet de band die we zoeken op deze zomeravond. Als ik later, veel later weer in mijn bed lig met de ramen open, ruik ik de rook nog. Die is een beetje bij mijn haar en de rest van mijn lichaam gaan horen. En ineens denk ik aan de zomerkampen van vroeger. Aan het kampvuur. En de liedjes rond het kampvuur - `Kumbaya’ schiet me te binnen. En in de nacht in je slaapzak rook je naar rook, een geur die je naar huis deed verlangen, maar dat was heel ver weg.
Columns
-
-
Graag zorg ik voor kleine sensaties waarvan de betekenis nauwelijks uit te leggen valt. De aantrekkelijkheid ervan ook niet.
Gisterochtend ging ik bijvoorbeeld naar het station van mijn woonplaats om daar een tijdje op het perron te staan. Ik hoefde helemaal niet met de tre... lees meer -
“Je reist toch wel via Frankfurt?” Of: “Je kiest natuurlijk voor Apple.” Of: “Ik neem aan dat je het nu eindelijk tijd vindt voor…” En dan komt er iets waarvoor ik eindelijk tijd moet vinden.
Altijd voel ik verzet als iemand vindt dat ik iets moet doen wat ik helemaal niet... lees meer -
Dinsdagmiddag zat ik natuurlijk aan de radio gekluisterd. Ik houd niet van alle crisisomstandigheden, niet als die het gevolg zijn van oorlog of natuurrampen, maar ben gefascineerd als ze veroorzaakt worden door, in dit geval, de heer Wilders. Iedereen was boos en je vroeg je af... lees meer
-
Voor het eindexamen Nederlands moeten leerlingen, geloof ik, ook vragen beantwoorden over een tekst om te zien of ze die goed begrepen hebben. Ik stel me voor dat die tekst gaat over de politieke gebeurtenissen van gisteren en de eerste zin is: “Ineens zitten we tussen de brokst... lees meer
-
Gisteren begon de Week van de Mentale Gezondheid. Ik moet nog naar de juiste instelling zoeken. Bestaat er ook een Week van de Fysieke Gezondheid? Vast, er zijn weken voor alles wat van belang is.
-
Soms is het nuttig jezelf hardop toe te spreken. Niet alleen in gedachten, nee, je moet het goed horen. “Stel je niet aan.” “Zou je daar onderhand niet eens mee ophouden?” “ Moet dat ook nog?” Dat soort zinnetjes.
Een belangrijke is: “Waarom zou je dat doen?” Je spreekt je... lees meer -
De woordspelingen komen hard aan, maar het doel heiligt de middelen. Ik heb het over twee studenten van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen die tegroetbonnen uitdelen. Zo willen ze stimuleren dat mensen elkaar op straat weer wat vaker groeten. Van alles wat de samenleving vrien... lees meer
-
Hééft wat even zeer concreet middelpunt te zijn van een zorgzame samenleving. Moest er wel wat voor doen: aangereden worden door een scooter. Ik zat op de fiets en kwam van rechts, maar dat laatste zegt niet zo veel. De scooter reed hard, maar dat doen alle scooters.
-
“O jongens, daar is Thomas. Die legt het allemaal uit.”
Bedrukkende aankondiging. Wat is de kwestie? Christelijke feestdagen!
In mijn familie waarvan ik de koude kant ben, wordt er met vraagtekens tegenaan gekeken en ik, met mijn degelijke rooms-katholieke opvoeding,... lees meer -
De vraag hoe het met je gaat is bijna altijd te groot. We zouden ermee moeten ophouden: de steller van de vraag merkt het vanzelf wel. Een antwoord kan zijn: “Best goed. Ik heb de boel op orde.”
Klinkt uitstekend, maar het probleem in dat antwoord is het té globale woordje... lees meer -
Je treft ze niet alleen in de SGP aan, mannen in degelijke zondagse pakken en met sterk geordend haar die alles, maar dan ook álles zeker weten, je komt ze ook in het wild tegen. Toen ik zaterdag de ingang van een park passeerde, zag ik er twee van wie ik meteen dacht: moeten di... lees meer
-
Laat ik meteen maar zeggen dat ik makkelijk praten heb. Doe het niet graag, maar heb het soms. Ik kan er niet onderuit weer over grensoverschrijdend gedrag na te denken. Nu dus van dirigent Jaap van Zweden, hier en daar gesprek van de dag.
Vorige week werd er aan de bel ge... lees meer -
Met vragen waarvan ik weet dat het antwoord erop niet bestaat of even zoek is, houd ik me het liefst niet bezig. Er zijn uitzonderingen, zoals `Hoe te leven? Of `Hoe moet het vandaag?’, het antwoord daarop is er niet, maar soms valt er toch iets over te zeggen.
Vraag die ik... lees meer -
Sympathieke uitdrukking: een oogje toeknijpen. Dus net doen alsof je iets niet ziet. Gaat nooit om wat ergs, grensoverschrijdend gedrag bijvoorbeeld, nee, kleinigheidje.
Toen ik nog een erg jonge leerplichtige was, werd het soms tegen me gezegd. Ik had iets gedaan wat niet... lees meer