Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Kaplaarzen

Getallen vergeet ik meestal meteen. Ik probeer dat niet lastig vinden en wat dan kan helpen is zo min mogelijk aan getallen te denken. Gisterochtend ving ik een flard op van een radioprogramma en in die flard hoorde ik dat 6 miljoen Nederlanders moeite hebben met internetbankieren. De Nederlandse Bank heeft dat vastgesteld, toch een autoriteit van heb ik jou daar.
Ik had haast, hoorde nog wel dat mensen die problemen hebben met internetbankieren financiële zorgcoaches op bezoek kunnen krijgen, maar op de fiets vroeg ik me af of ik het goed onthouden had: 6 miljoen mensen met problemen. Waren het er geen 5 miljoen? Of 4? Hoe dan ook: best veel.
Bij die groep hoor ik maar een heel klein beetje, want het gaat me goed af, dat bankieren. Ik probeer er ook echt als een bankier voor te gaan zitten, mijn bureau wordt er groter van.
De enige kwestie waarmee ik moeite heb, is de vraag of ik me digitaal kan identificeren. Dat moet zo nu en dan, ik begrijp niet waarom, ik blijf voortdurend wie ik ben. 
Laatst had ik er een keer of twintig over gecorrespondeerd, want telkens ging er in de slotfase van het identificatieproces wat mis. De bank liet weten iemand langs te sturen. 
Nu weet ik niet of dat een financiële zorgcoach was. Zo zag hij er niet uit. Hij maakte de indruk gestoord te zijn tijdens het vissen, hij had besmeurde groene kaplaarzen aan, zijn gezicht straalde veel frisse buitenlicht uit. Hij bleef in de deuropening staan. Ik vond het vreemd daar financiële zorg te ondergaan. Hij vond Nederland te vol, want kon hier nergens zijn auto kwijt. Daar ging het even over. 
Toen vroeg hij: “Heeft u een paspoort?” Ik knikte en liet dat zien. Hij vertrok zwaaiend. Einde zorgtraject.