Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Kroket

Op het Boekenbal vrijdagavond kom ik een schrijver tegen van wie ik onlangs een boek las. Ik kom daar meer schrijvers tegen van wie ik wat gelezen heb, maar over het boek van deze collega heb ik geschreven, in een andere krant waarin ik zo nu en dan een uitgave omhoog til die me bevalt. Zonde van de moeite en de plek het over een boek te hebben waar ik niets aan vind. 
Nee, dat boek bewonderde ik. Als je iets of iemand bewondert, moet je daar niet zuinig over doen. Zit onze aard, alsjeblieft kalm aan, maar dat is niet mijn stijl.
Hij kent mij ook, we groeten elkaar enthousiast vriendelijk. Ik zeg nogmaals dat ik zijn boek gefascineerd las. Hij knikt en zegt dat hij blij was met wat ik erover schreef. We hebben het er nog een tijdje over en dan moet hij weer verder. Dat hoort bij het Boekenbal: iedereen loop rusteloos heen en weer, voortdurend op zoek naar nieuwe contactuele avonturen. We spreken af dit voorjaar nog ergens een glas te drinken.
Even later ontmoet ik zijn uitgever. We komen eens in de paar maanden bij elkaar om de staat van de Nederlandse literatuur door te nemen en eten daar een broodje kroket bij, dat ik verder nooit eet, misschien hoort het bij de Nederlandse literatuur.
Ik zeg dat ik een van zijn auteurs tegenkwam over wie ik pas een stuk schreef en dat we…
Hij onderbreekt me: “Bedoel je…?” En hij noemt zijn naam.
Ik knik en wil nog wat over dat boek te berde brengen, maar voordat ik dat kan, zegt de uitgever: “Maar die is helemaal niet hier!”
Ik zeg dat ik hem net gesproken heb en wijs naar de plek waar ik dat deed.
“Dat kan niet. Hij heeft een pesthekel aan het Boekenbal.”
Deze boekenweekvraag houdt me sindsdien bezig: met welke collega sprak ik?