In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Prijskaartje
Altijd als ik iemand hoor zeggen dat hij niet in mijn of onze portemonnee kan kijken, denk ik: zeg alsjeblieft wat anders. Natuurlijk wordt niet de portemonnee als ding bedoeld, ik moet het breder zien, maar toch.
In mijn omgeving is de portemonnee tamelijk zeldzaam. Een paar vriendinnen hebben er nog een en die lijkt op een klein koffertje. Er zit meestal geen geld in, maar van alles wat ze niet of slechts met de grootst mogelijke moeite kunnen vinden.
Zelf heb ik het geld in mijn broekzak zitten. Dat valt er uit als ik de broek ’s avonds uittrek, althans de muntstukken. Dat is een irritant geluid waarin ook wat triomf klinkt, alsof het geld blij is dat het vandaag niet is uitgegeven. Onze vaders vervoerden hun portemonnee in hun achterzak. Die leek op een kleine loempia.
Terug naar de persoon die beweert dat hij niet in mijn of onze portemonnee wil kijken. Als zoiets gezegd wordt, gaat het zelden om een blijde boodschap. Er is iets aan de hand wat we nog niet kunnen overzien, maar we weten dat er dadelijk bekend wordt gemaakt dat er ergens `een prijskaartje’ aan hangt en we weten ook dat we dat prijskaartje een teleurstellend tafereel vinden.
Ik kom op de portemonnee, nu ik een artikel lees over de Universiteit Maastricht. Daar wordt blijkbaar nog krachtig gerookt en werknemers die dat een jaar laten, krijgen een beloning: 350 euro. Dat geldt wordt uit onderzoeksubsidies gehaald. Een merkwaardige omgang met subsidie, maar goed, er zal over nagedacht zijn. Het gaat niet uitsluitend om de gezondheid van de werknemers, want er zijn natuurlijk rookpauzes en `Dat merkt de baas in zijn portemonnee’. Ik voel schurend verzet, dat vaag knarst. Tegen die baas en zijn portemonnee.