Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Thuis

Op een bankje bij de voordeur van drie huizen verder zit de laatste weken vaak een vrouw. Ze moet in de tachtig zijn en ziet er als een dáme uit, meestal fleurig gekleed, het soort dame dat je ziet op bijvoorbeeld kunstmarkten in kleine Franse dorpen, wit huis in de buurt met veel groen eromheen, liefhebber van uitstekende wijn.
Het is een Bed & Breakfast waarvoor ze zit, ik dacht dat ze daar gast was en graag vanaf dat bankje mijmerend naar het dagelijks leven keek.
Is niet zo.
We hebben hier een straatapp voor praktisch berichten. Paar dagen geleden kwam er een van de eigenaren van de B&B: de vrouw woont in een verzorgingshuis hier in de buurt en in haar hoofd is ze de weg kwijt. Ze denkt dat het huis waarvoor ze vaak op een bankje zit, háár huis is. Misschien was dat ooit het geval, ik weet het niet, moet dan érg lang geleden zijn.
Als het regent zit ze er ook zonder op de nattigheid gekleed te zijn. Haar kinderen zijn op de hoogte, komen haar vaak halen en brengen haar dan terug. Nou ja, terug, wat is voor haar terug?
Ik zie haar soms de straat in lopen, aarzelend, maar als ze het huis ziet, maakt ze opgelucht lichte haast, innig glimlachend. Rode jurk, armbanden, beige espadrilles. Hoe denk je over wat thuis voor je is als je gedachten in de war zijn? Wat betekent thuis? Hoe leef je met die betekenis?
Gisterochtend zette ik rond half acht de vuilniszak buiten. De hemel huilde zacht. Ze zat al op het bankje, nu wel met een regenkapje over haar grijze haar. Ik knikte haar toe, maar ze leek dat niet te zien. In haar hoofd was ze misschien binnen, ja, liep ze door het huis, deed ze wat ze gewend was daar te doen, verheugde ze zich op de lange, lange dag die voor haar lag.