Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Tintelen

Nooit zal ik zeggen dat vroeger alles beter was, want dat was het niet, in ieder geval niet alles. Op mijn lagere school was er geen Week van de Lentekriebels. Ik geloof zelfs dat je het woord niet eens hardop mocht uitspreken. Op de middelbare school trouwens ook niet.
Deze week gaat het over relaties en seksualiteit. Ja, ik herinner me dat het in de derde klas gymnasium even aan de orde was, minuutje of vijf, tijdens biologie.
We hadden het nauwelijks in de gaten. Toch wisten we er best veel van. Kwestie van zelfstudie en zo nu en dan geheim overleg aan de hand van tijdschriften die een en ander op volle kracht illustreerden.
Ik had trouwens voortdurend last van lentekriebels, het was niet seizoengebonden. Last is niet goede woord. Ik voelde ze en dat was vaak verwarrend. Ze veroorzaakten onrust waarover je moeilijk kon praten. 
Mijn lentekriebels richtten zich op meisjes, maar ja, ik was te verlegen om duidelijk te maken dat ik ze had. Je zei niet: “Als ik jou zie, voel ik lentekriebels.” In die dagen bestond grensoverschrijdend gedrag nauwelijks, maar zo’n zinnetje hing er wel tegenaan.
Mijn moeder had het altijd in de gaten. O ja, de overheid heeft liever niet dat ik moeder zeg. De ouder uit wie ik ben geboren, voelde mijn lentekriebels haarfijn aan: “Je vindt haar leuk, hè.” 
Mijn vuurrode hoofd knikte.
Haar volgende vraag: “Wanneer zie je haar weer?”
Ik antwoordde dat het zaterdag op het schoolfeest zou zijn en dan wist ik wat er kwam: “Je doet wel verstandig, hè jongen.”
Ik wilde niet precies weten wat verstandig was. Deze week is het op de scholen een thema, begrijp ik.
Na al die jaren is verstandig me nooit glashelder geworden. En lentekriebels tintelen nog steeds.