Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

De Gelderlander

Kapper

Mei is nu ruim 14 dagen aan de gang en een paar keer heb ik geprobeerd aan mei 1968 te denken, 50 jaar geleden. Het grootste gedeelte van Europa en sommige andere delen van de wereld werden opgeschrikt door acties die zich keerden tegen de oude tijd. Ik vat het kort door de bocht samen, maar daar kwam het op neer. Natuurlijk weet ik nog wat er gebeurde, acties van studenten, acties van fabrieksarbeiders en het werd ook een beetje onrustig op mijn middelbare school, het toen autonome en statige Canisiuscollege in Nijmegen.

Jaloers

Lange tijd niets meer van of over Arie Boomsma gehoord, maar niemand zal hem zijn vergeten. Nog niet zo lang geleden was er altijd wel wat met of rond hem en zat Arie dikwijls in een praatprogramma om iets te verdedigen of toe te lichten. Grote, vriendelijke man. Vaak dacht ik: als er meer Arie Boomsma’s in de wereld waren, hadden we minder problemen. 
Ik weet dat hij tegenwoordig twee sportscholen heeft, maar verder was het stil. Morgen verschijnt er nieuw boek van hem. Titel: Fit. Lijkt me helder. 

Stiltegebied

In het warenhuis zag ik een paar tafels met daarop speciale moederdagcadeaus. Mijn moeder leeft niet meer, helaas, maar het zou niet in me opkomen haar morgen een van die cadeaus te geven, niet alleen omdat ze het onzin vond als we iets aan Moederdag deden. Het zijn allemaal uitzonderlijk lelijke en nutteloze dingen, ik kan de meeste ervan niet eens beschrijven. Ja, de geurkaars natuurlijk wel, maar ik heb geen zin het over de geurkaars te hebben. Dat de geurkaars bestaat is al erg genoeg. 

Leuk

Als een vriend zegt “Ik ken een leuke mop” voel ik meteen lichte nervositeit, want hij kent de mop niet alleen, hij zal hem ook gaan vertellen. Ik kan om heel veel lachen, om veel te veel, maar helaas meestal niet om moppen. 

Waar

Soms hoor je alleen een stem en zie je de rest van de persoon er niet bij. In een telefoongesprek bijvoorbeeld, met een onbekende dus, of op de radio of achter je, terwijl je in de trein of bus zit, of op een terras. Ik probeer me dan voor te stellen wie er bij die stem hoort. En dat kan heel wat zijn. Ik hoef niet altijd te zien of te weten wat er waar is van wat ik me voorstel. Met mijn fantasie kan ik uitstekend uit de voeten.

Oostzee

Van de stilte van de nacht houd ik zeer, meer nog van de vroege ochtend. Het mooiste vind ik dan ook mee te maken hoe de stilte van de nacht langzaam verandert in een vroege ochtend, met dat aarzelende licht en geheimzinnige blauw in de hemel en dan een kleine wereld die steeds helderder wordt, en ineens groter
wanneer ik de ochtendkranten lees en naar de radio luister. Ik hoorde de presentator tegen de weerman zeggen: “Doe nog maar zo’n dag.” En een uurtje later: “Krijgen we weer zo’n dag cadeau?” Dat enthousiasme begrijp ik, zeker na die kille maanden. 

Prijzen

Licht ontdaan maak ik me los uit de stoel van de tandarts. Laat ik het zo zeggen: zijn behandeling was intens. Hij had me gewaarschuwd en gevraagd of ik verdoving wilde. Hoefde niet, ben je gek! Hij zegt: “Het viel zeker niet mee.” Ik maak een nonchalant wegwuifgebaar, zeg dat ik nergens last van had en vraag me af waaróm ik dat zeg: wat heb ik te bewijzen? Terwijl ik mijn mond spoel, merk ik, en het is héél erg, dat ik het op prijs stel wanneer de tandarts er iets van zegt. “Flinke kerel” is niet nodig, maar toch: zoiets. Ik zei het al: het is heel erg.

Blijheid

Het is nog niet zo laat in de ochtend, ik zit rustig te werken en hoor ineens enorm lawaai. Nee, het is geen lawaai, maar muziek, een melodieuze rap, niet slecht, maar wel keihard. Komt van de straat. Misschien wordt er iets aangekondigd, ik loop naar de voordeur en het geluid wordt nog voller als ik die open. Het komt uit een auto, een grote witte Mercedes, sportief model, zonder dak, een luxueus zomers voertuig. 

Vandaag

De laatste jaren herlees ik meer boeken dan dat ik nieuwe lees. Misschien verandert dat weer, ik weet het niet. Er is er een die ik anders herlees dan de rest. Het is trouwens geen lezen te noemen. Er staan vooral namen in en kleine fotootjes, hier en daar wat tekst. Het heet `In Memoriam. De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen 1942-1945’ . 

Uitgeven

Toen een paar jaar geleden een monteur vaststelde dat de verwarmingsketel voorgoed kapot was, stelde hij voor dat ik een andere kocht, en niet zomaar één: “De Rolls-Royce onder de verwarmingsketels.” Klonk goed. Weekje later kwam hij die installeren, met een collega die van ontzag voor het apparaat niet meer kon praten. 
Sindsdien is er met de Roll- Royce altijd wel iets aan de hand. Hoe ik het moet noemen, weet ik niet, maar ik vat het zo samen: hij verwarmt niet. De monteur schudt telkens vertederd het hoofd en zegt dat `het eigenlijk niet kan’. 

Pagina's