Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

De Gelderlander

Sinterklaasavond

Sinterklaasgedichten schrijven kan ik niet. Ze komen er wel, maar vraag niet hoe. Om in de sfeer en op tempo te komen pak ik er boeken bij van zéér rijmende dichters. Gisteren Guido Gezelle. In mijn werkkamer staat zijn verzameld werk, twee mooie banden, dundrukpapier. Ik heb er nog nooit één regel in gelezen. De twee delen stonden in de boekenkast van mijn ouders en toen ik een jaar of veertien was, nam ik ze mee naar mijn smalle jongenskamer, benieuwd naar wat het was.

Linialen

Als ik lees dat iets het gevolg is van nieuwe Europese regelgeving, denk ik meteen aan Hans van Baalen. Komt doordat hij vaak nieuwe Europese regelgeving komt toelichten. Dat doet hij alsof hem die regelgeving wordt verweten. Ik voel me er soms ongemakkelijk bij. Banken moeten binnenkort onze gegevens verkopen aan derden als die erom vragen. Behalve als we dat niet willen, maar ja, dan moet je de boel natuurlijk goed in de gaten houden.

Smullen

Toen ik gisterochtend las over het overlijden van Jim Delligatti, de bedenker van de Big Mac, kreeg ik er zin in. Niet in de dood, maar in een Big Mac. Best raar, want het was een uur of zes. Ik lag nog in bed en dat is wat mij betreft niet de plek om aan een hamburger te denken. Maar nu wel. In het bericht over Jim Delligatti stond hoe de Big Mac was samengesteld, en misschien was dat het wel: ik proefde hem. En ik besefte ook dat het lang geleden was dat ik er een gegeten had. Zou je over zoiets heen kunnen groeien?

Opdracht

Wat me tot nu toe lukt is dat ik niet met een verlanglijstje in de nerveuze hand een winkel binnen loop en daar verwilderd om me heen kijk. Ik wil niet ogen als iemand die het allemaal niet leuk vindt. Voor zover mogelijk wil er gezellige dagen van maken, hoewel ik blijf zeggen dat we met het woord `gezellig’ behoedzaam moeten omgaan.

Kennis

Wanneer stond ik voor het laatst in de modder? Kamerlid Jacques Monasch, voorheen PvdA, richtte een nieuwe partij op: Nieuwe Wegen. Hij wil graag luisteren naar mensen `die met hun poten in de modder staan’, Als iemand poten zegt in plaats van benen of voeten, weet je dat het menens is. “Blijf met je poten van het nieuwe grasveld” klinkt anders dan “Wil je niet over het nieuwe grasveld lopen”.

Zomers

Ranja komt terug, lees ik. Alleen al het woord maakt herinneringen los. Bijvoorbeeld de herinnering aan de smaak. En bij die smaak hoort zonnig weer. Ik vond Ranja niet lekker, maar dat speelde geen rol. Er waren nauwelijks alternatieven. Hoe ver terug in de tijd ga ik? Ruim vijftig jaar. Naar zomers die langer duurden dan nu. Het was ook net alsof je verder kon fietsen zonder moe te worden. En de moeders die met een kan Ranja uit de keuken kwamen, waren altijd vrolijk.

Open

Vrijdagavond zag ik een fragment van een televisieprogramma van Paul Witteman waarin hij zich afvroeg hoe het zat met geluk. De meeste mensen zullen daar min of meer hun hele leven mee bezig zijn.
Ik kan me soms ontstellend gelukkig voelen, maar als ik er dan over ga praten, spat het van me weg. Ik denk dat de momenten van geluk maar kort duren, maar dat ze zo intens zijn dat je er een tijdje mee voort kunt.

Ambachtelijk

Als ik naar de kledingwinkel ga om daar een nieuw zondags pak te kopen, loop ik er een tijdje rond en laat me misschien adviseren door een verkoper die vraagt of ik `iets speciaals’ zoek. Als ik een pak zie dat me zondags genoeg lijkt, pas ik het, met tegenzin, en als het me bevalt, koop ik het. De verkoper complimenteert me en even later sta ik met een grote puike papieren tas opgelucht weer buiten.

Hartslag

Vorige week stond ik in de buurt van Amersfoort in de file. Het regende zacht. Ik reed niet eens langzaam meer, maar stond stil. Op de radio hoorde ik dat deze file een oponthoud van ruim een uur veroorzaakte. Tegen mijn humeur zeg ik dan dat het flink moet zijn en daarbij help ik een handje door aan grappige dingen te denken. Ik kijk dan om me heen, want er is altijd wel iets amusants aan de hand. Een telefonische ruzie bijvoorbeeld. Of iemand die enorm in zijn neus in de weer is.

Slijpen

Soms blinkt in mij het verlangen topman te zijn. Niet vaak, soms. En ook maar heel even. Maar dan ook een topman tegen wie je u zegt. Dat als ik de werkvloer op loop, men elkaar aanstoot en tintelend fluistert: “Kijk, daar komt onze topman.” Uiteraard straal ik daadkracht en optimisme uit. En iedere toespraak begin ik met: “Mijn speerpunt is beleid.”

Pagina's