Paar dagen geleden hoorde ik een kennis zeggen: “Ik ben niet zo barbecuemens.” Ze sprak die woorden niet luchtig uit, nee, doodernstig. Wat zeg je over jezelf als je beweert niet `zo’n barbecuemens’ te zijn? Ik ben ook niet `zo’n barbecuemens’. Niet dat ik er veel op tegen heb, maar als het eetevenement niet doorgaat, heb ik daar allerminst klachten over.
Er zijn ontzettend veel boeken over geschreven en toneelstukken, en films over gemaakt, over het verlangen of streven naar iets of iemand zonder dat het wordt ingelost. Soms duurt dat verlangen of streven wel een leven lang of een groot deel van het leven. Misschien is het verlangen of het streven veel belangrijker en spannender dan wanneer het werkelijkheid wordt. Je verzint er bijvoorbeeld van alles over. Dat verzinnen begint met `Stel dat ik…’ en dan droom je een beetje weg.
Bij grote manifestaties als de Tour en Wimbledon besef ik dat het jaar definitief voor de helft voorbij is. Nog volop zomer, maar dat duurt niet lang niet meer. Die Vierdaagse hoort daar ook bij. Die is nog dichterbij dan de Tour en Wimbledon. Ben er mee opgegroeid, een gróót moment in het jaar. De wandeltocht vervult me ook met schuld, want waarom loop ik wéér niet mee, maar dat gevoel geef ik pas na het weekend de ruimte.
Vaak kom ik artikelen tegen die ik probeer te lezen, terwijl ik na een paar zinnen al weet dat ik ze niet kán lezen. Omdat ik me altijd verzet tegen iets wat ik niet kan, ga ik toch door. En uiteindelijk blijven er van het artikel een paar snippertjes over die me even bezighouden. Nu is het een artikel over superrelaties. Blijkbaar kun je dit weekend meedoen aan een superrelatieweekend – in Amsterdam, geloof ik – en uiteraard wordt daar de gang van zaken bepaald door psychologen en relatietherapeuten.
Uitstel, dat is een intuïtieve reactie op bijvoorbeeld vervelende huishoudelijke karweitjes. Het is dit jaar geen echte komkommertijd, maar toch wel een beetje, dus ik mag soms over zoiets kleins beginnen.
Benieuwd waar de laatste fase van de formatieonderhandelingen zich voltrekt. De Efteling? Gisteren en eergisteren spraken ze op een andere locatie. Met een tuin. Ze hadden enorme vrijetijdskleding aan. De heren Pechtold en Rutte droegen gympen, de heer Buma zomerschoenen en de heer Segers gewone bruine schoenen, waarschijnlijk omdat hij geen gympen of zomerschoenen in de kast had staan.
Op de vloer naast mijn bureau staat een stapel die de laatste weken sterk is gegroeid, en nog steeds hoger wordt. Dat zijn tijdschriften en artikelen uit kranten die allemaal de Summer of Love behandelen, vijftig jaar geleden dus. Dat soort mijlpalen hebben we nodig om ons leven te kunnen overzien, in dit geval dus wel als je de Summer of Love hebt meegemaakt.
Soms zijn er van die berichten die me een tijdje blijven achtervolgen, zonder dat ik weet waarom. Ik heb het gevoel dat ik er iets mee moet, terwijl ik echt niet weet wat. Zaterdag las ik in een wetenschaprubriek dat muizen die niet kunnen ruiken en lekker vet eten, lichaamsgewicht verliezen, terwijl muizen die wel kunnen ruiken en hetzelfde eten, wel dikker worden.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu laat in een rapport weten hoe we er over 25 jaar voorstaan. Ik hoop er dan nog te zijn, dus ik nam gretig kennis van die bevindingen, waarvan de belangrijkste is dat we langer leven. Ik juich dat toe, want houd erg van het leven, hoewel ik besef dat langer leven niet zomaar gaat. Ik ben de laatste die overal problematisch over doet, maar we moeten er wel duchtig over nadenken. Veel langer levenden zullen langer afhankelijk zijn van de zorg mensen die nog niet zo lang leven. Om maar eens wat te noemen.
Vandaag worden de resultaten gepresenteerd van een groot onderzoek naar onze strandergernissen. Het wordt ook tijd voor een onderzoek naar het antwoord op de vraag waarom we ons zo vaak en zo snel ergeren. Kan best een beetje minder. Veel ergernis aan van alles om ons heen begint met ergernis aan jezelf, terwijl we dat niet eens zo helder in de gaten hebben.