Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

De Gelderlander

Stiller

Een woord waarvan ik houd, wintertijd. Ik geloof van alle woorden waar `winter’ in voorkomt, zelfs van winterse buien. Toen ik ooit aan een tijdschrift mijn mooiste woord mocht doorgeven, was dat `sneeuw’. De herfst is mijn seizoen, maar dat is omdat die maanden ons voorbereiden op de winter. In de winter kom ik thuis. Een echte winter bestaat niet meer, die keert over een jaar of twintig weer terug, maar die echte winter zit wel in mijn hoofd, om het zo maar eens te zeggen. Ik vind alles wat stiller en helderder om me heen. Zoiets is het.

Paraplu

Hoeveel filialen van de Bijenkorf zijn er nog in ons land? De aanwezigheid van de Bijenkorf, zegt iets over de status van de stad. Toen die uit Arnhem verdween, wisten we dat het daar bergafwaarts ging. Of dat werkelijk zo is, weet ik niet, maar telkens als ik door de betreffende winkelstraat loop, denk ik: hier stond eens de Bijenkorf. Wat ervoor in de plaats is gekomen, kan ik niet onthouden. Het is een winkelstraat met een zwakke plek geworden. Nijmegen is nooit aan een Bijenkorf toegekomen, maar misschien is dat wel een vorm van bescheidenheid.

Bierbrouwerij

Je hoeft maar even over je schouder te kijken en je ziet jezelf als kind door je geboortestad lopen, op een herfstige ochtend vol zacht licht. Je bent op weg naar school. En je kijkt over je andere schouder en het is vijftien jaar later dan toen. Weer een herfstige dag, je loopt door een andere stad dan je geboortestad, er is iets misgegaan in je leven, je vraagt je af hoe het de komende tijd  moet. Het verleden is nooit ver weg, het meldt zich altijd, ook als je er geen erg in hebt of er niet om vraagt.

Last

Altijd beluister ik met enig ontzag iemand die zegt afwegingen te maken. Afwegingen hebben iets gewichtigs. Daarom heten ze dus ook afwegingen. Ik zeg het nooit, besefte ik laatst, terwijl dat misschien wel goed is voor mijn gevoel voor eigenwaarde. Daarom ga ik me aan het eind van de dag afvragen: maakte ik vandaag afwegingen? Deze week telde ik twee momenten van afwegingen. Ze hadden beide met mijn huisarts te maken. De eerste afweging was: ga ik naar haar toe of niet? Soms heb je ergens last van zonder dat je weet wat je ermee moet.

Zelfverzekerd

Vorige week las ik een interview met de vorige voorzitter van de Tweede Kamer, Gerdi Verbeet. Ze zei dat ze een mensenmens is. Waarom ze dat zei, weet ik niet meer. Ja, naar aanleiding van een vraag natuurlijk, maar het moet nogal een vraag zijn geweest, want volgens mij zeg je niet terloops van jezelf dat je een mensenmens bent. Je knikt vriendelijk als anderen dat over je zeggen. Ik hoor het vaker, mensenmens. Ik neem aan dat dan bedoeld wordt dat je in mensen geïnteresseerd bent en met ze begaan.

Snipperdagen

Omdat het veel plaatsen herfstvakantie is, blijf ik er ook nog even in hangen. Wie mij kent, weet dat ik nooit zal zeggen dat vroeger alles beter was, want dat is niet zo. Paar dingen misschien, maar niet alles. Wat ik als ik naar mezelf kijk, wel beter vond is dat ik niet weg hoefde in de herfstvakantie, als leerplichtig kind dus. Mijn vader had trouwens geen herfstvakantie en mijn moeder zorgde voor ons en dacht nauwelijks aan vrije dagen – ze nam alles zoals het kwam.

Vaarwel

Een foto waarvan ik niet weet wat ik erover moet denken: staatssecretaris Wiebes staat erop afgebeeld. Zijn geopende hand wijst blij, misschien zelfs triomfantelijk naar een grote slagroomtaart waarin centraal een blauwe envelop is verwerkt. Voor banketbakkers is dat een koud kunstje. Rond de tafel waarop de taart staat, hangen borden met daarop de tekst `Vaarwel blauwe envelop’. Ik houd steeds minder van het woord `vaarwel’, behalve wanneer het op medicijnverpakkingen staat: `Vaarwel hoofdpijn’. Maar ja, dat staat er nooit op.

Bui

Paar telefoontjes gisteren. Over het Nederlands elftal. Mooie, melancholieke uitdrukking: de bui zien hangen. De bui is er nog niet, maar we hebben heus wel in de gaten dat die dadelijk van zich zal laten horen. Geen dunne motregen, maar een bui die je naar een schuilplaats doet zoeken. Goed, die bui dus. Die zagen we hangen, natuurlijk, wie niet. En het was niet eens een afgang waarvan je zegt: pechgevalletje. Nee, het was een afgang waaraan je alsjeblieft niet meer wenst te denken. Wel vraag je je af hoe het kan.

Tafereel

Maandag zit ik in de trein die me van Amsterdam naar Maastricht moet brengen. In Weert wordt omgeroepen dat dit het eindpunt is vanwege een kapotte bovenleiding, maar dat er bij het station een snelbus staat die naar Roermond rijdt. En daar gaat de trein gewoon weer verder naar Maastricht. Goed woord: snelbus. Je hebt het nooit over een snelauto, snelfiets of snelboot. Snelbus lijkt op sneltrein en dat is het net alsof het minder erg is als je met zo’n bus mee moet.

Invulling

Is het wel een juist woord, asielstroom? Ik lees het zo nu en dan, nee, vaker dan zo nu en dan, en dan moet ik er telkens even naar kijken. Asielstroom. Ook naar andere woorden die uit deze kwestie voortkomen, bijvoorbeeld zelfzorgarrangement. Ik weet wat het betekent: gemeenten mogen van de overheid zelf regelen hoe ze met vluchtelingen omgaan, anders gezegd: creatieve invulling. Het lijkt een gunst, maar veroorzaakt uiteraard getob en hoofdpijn.

Pagina's