Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Column

Familie

In de wachtkamer van de tandartsengroep (beetje dreigend woord) wacht ik niet op de tandarts, maar op de mondhygiëniste. Het duurt daar nooit lang, maar toch blader ik gretig door de oude tijdschriften. Op een ervan, ik geloof de Linda, staat op de voorkant dat Roxeanne Hazes graag mannen met borstharen wil. Of ze graag ziet. Weet niet meer hoe het precies zat, maar het was iets met borstharen. En Roxeanne Hazes dus. 

Eieren

Nooit te snel denken: wat raar. Niet oordelen over iets wat je niet begrijpt, want hoe kún je daarover oordelen, dat kan toch alleen over wat je wél begrijpt. 
Gisteren dacht ik weer sterk aan mijn opvoeding. Mijn ouders zeiden dat soort dingen vaak tegen me. Lange tijd waaiden die zacht om je heen, maar langzamerhand voegden ze zich toch in je gedachten over het leven, je eigen leven, de levens van anderen. 

Kleurtje

Gesprekstechniek waarvan ik niet houd, is het zinnetje: “Zeg, hierover gaan het nu toch niet hebben?” Vraag is gelukkig niet prominent aanwezig in mijn leven, maar ik ben niet optimistisch als ik aan vandaag denk: verven van de eieren. Dat is de kwestie. 

Dingetje

In mijn directe omgeving leest niemand Libelle. Ik geloof niet uit principe, maar men komt er niet toe. Daarom kan ik het ook niet hebben over de 85steverjaardag van het tijdschrift dat het nog steeds goed doet, beter dan Margriet. Ik las vorige week een interview met de hoofdredacteur van Libelle, Hilmar Mulder, en die zei dat de Libelle-lezer iets vlotter is dan die van Margriet. Zelf houd ik van vlot.
De laatste keer dat ik een nummer onder ogen kreeg, is misschien wel 15 jaar geleden. Ik kreeg het toegestuurd, omdat er een kort verhaal van me in stond. 

Mogelijkheden

Soms heb ik geen zin de hele tijd te kiezen. Geen zin, nee, dat is het niet, ik kán het niet altijd. Heb ik uiteraard niet over grote keuzes, nee, in het dagelijks leven. Ik koop zakje patat. De uitbater vraagt: “Wat doen we erop?” Ik zeg: “Met.” En dan zie ik de lijst links van me, wel twintig mogelijkheden. Wist ik. De uitbater vraagt: “Vlaamse? Citroen?” Ik zeg: “Doe maar.” Hij: “Vlaamse dan maar?” Ik knik. 

Toen

De eerste keer dat ik de Matthäuspassion helemaal hoorde, herinner ik me sterk. Was in de middag van Goede Vrijdag 1975, dus vrij laat in mijn leven, maar daarvoor dacht ik dat ik niets had met de muziek van de generatie die niet de mijne was. Ik bleef lang puber. 

Staan

Is een standaarduitdrukking geworden: “Ik word er niet blij van.” En altijd denk ik: blij, blij, het is nogal wat, blij. Maar goed, ik word er niet blij van als ik lees dat veel ziekenhuiszorg nutteloos is. Is onderzocht, op verzoek van onder meer de ziekenhuizen zelf. 

Orgel

Een verhelderende ervaring: ik zit boven een artikel over lichaamsvet en ineens merk ik dat ik niet meer weet wat ik aan het lezen ben. Het stuk is geschreven met het oog op de naderende zomer. In de zomer kijken we anders naar elkaar en zien we scherper wie te zwaar is en wie niet. De verhelderende ervaring is dat ik het inzicht krijg hier voorlopig maar even niets meer over te gaan lezen. Natuurlijk blijf ik mijn best doen gezond te leven, maar meer kan ik niet. Ik wil me een tijdje niet verdiepen in instructies die door elkaar heen tuimelen.

Fluitjes

Soms is er de vraag of je iets over wilt doen. In je leven, bedoel ik. Nee, denk ik dan meteen. En nog een keer: nee. Terwijl ik dat nu opnieuw denk, voel ik dat het iets te ongenuanceerd is. Er waren zéér gelukkige momenten, zéér gelukkige periodes, ik wil er best naar terug, maar toch kan er nooit iets opnieuw gebeuren zoals het was. Net zoals je nooit moet terugkeren naar de mooiste plek in de wereld die je kent. Die is er nog wel, maar jij bent anders, want je bent er al geweest.

Wangetjes

Heel veel hoeft er niet te blijven, maar zodra iemand het heeft over `wegdoen’, ben ik toch een beetje op mijn hoede. Wegdoen vind ik nogal iets. “Deze week ga ik een heleboel boeken wegdoen,” hoor ik een vriend zeggen. Snap ik, is ook nodig, maar toch. Komt door het woord `wegdoen’. Wég is in de meeste gevallen onherroepelijk. “Hema doet eigen bakkerijen weg” lees ik. Het gaat dan om gebak. Ik eet het zelden, ook geen tompouce, maar ik zie het wel altijd staan als ik ga bij de Hema ga afrekenen. Vind ik een geruststellend tafereel, dat gebak onder die glazen plaat. 

Pagina's