Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Column

Dingetje

In mijn directe omgeving leest niemand Libelle. Ik geloof niet uit principe, maar men komt er niet toe. Daarom kan ik het ook niet hebben over de 85steverjaardag van het tijdschrift dat het nog steeds goed doet, beter dan Margriet. Ik las vorige week een interview met de hoofdredacteur van Libelle, Hilmar Mulder, en die zei dat de Libelle-lezer iets vlotter is dan die van Margriet. Zelf houd ik van vlot.
De laatste keer dat ik een nummer onder ogen kreeg, is misschien wel 15 jaar geleden. Ik kreeg het toegestuurd, omdat er een kort verhaal van me in stond. 

Mogelijkheden

Soms heb ik geen zin de hele tijd te kiezen. Geen zin, nee, dat is het niet, ik kán het niet altijd. Heb ik uiteraard niet over grote keuzes, nee, in het dagelijks leven. Ik koop zakje patat. De uitbater vraagt: “Wat doen we erop?” Ik zeg: “Met.” En dan zie ik de lijst links van me, wel twintig mogelijkheden. Wist ik. De uitbater vraagt: “Vlaamse? Citroen?” Ik zeg: “Doe maar.” Hij: “Vlaamse dan maar?” Ik knik. 

Toen

De eerste keer dat ik de Matthäuspassion helemaal hoorde, herinner ik me sterk. Was in de middag van Goede Vrijdag 1975, dus vrij laat in mijn leven, maar daarvoor dacht ik dat ik niets had met de muziek van de generatie die niet de mijne was. Ik bleef lang puber. 

Staan

Is een standaarduitdrukking geworden: “Ik word er niet blij van.” En altijd denk ik: blij, blij, het is nogal wat, blij. Maar goed, ik word er niet blij van als ik lees dat veel ziekenhuiszorg nutteloos is. Is onderzocht, op verzoek van onder meer de ziekenhuizen zelf. 

Orgel

Een verhelderende ervaring: ik zit boven een artikel over lichaamsvet en ineens merk ik dat ik niet meer weet wat ik aan het lezen ben. Het stuk is geschreven met het oog op de naderende zomer. In de zomer kijken we anders naar elkaar en zien we scherper wie te zwaar is en wie niet. De verhelderende ervaring is dat ik het inzicht krijg hier voorlopig maar even niets meer over te gaan lezen. Natuurlijk blijf ik mijn best doen gezond te leven, maar meer kan ik niet. Ik wil me een tijdje niet verdiepen in instructies die door elkaar heen tuimelen.

Fluitjes

Soms is er de vraag of je iets over wilt doen. In je leven, bedoel ik. Nee, denk ik dan meteen. En nog een keer: nee. Terwijl ik dat nu opnieuw denk, voel ik dat het iets te ongenuanceerd is. Er waren zéér gelukkige momenten, zéér gelukkige periodes, ik wil er best naar terug, maar toch kan er nooit iets opnieuw gebeuren zoals het was. Net zoals je nooit moet terugkeren naar de mooiste plek in de wereld die je kent. Die is er nog wel, maar jij bent anders, want je bent er al geweest.

Wangetjes

Heel veel hoeft er niet te blijven, maar zodra iemand het heeft over `wegdoen’, ben ik toch een beetje op mijn hoede. Wegdoen vind ik nogal iets. “Deze week ga ik een heleboel boeken wegdoen,” hoor ik een vriend zeggen. Snap ik, is ook nodig, maar toch. Komt door het woord `wegdoen’. Wég is in de meeste gevallen onherroepelijk. “Hema doet eigen bakkerijen weg” lees ik. Het gaat dan om gebak. Ik eet het zelden, ook geen tompouce, maar ik zie het wel altijd staan als ik ga bij de Hema ga afrekenen. Vind ik een geruststellend tafereel, dat gebak onder die glazen plaat. 

Rugzakje

Zaterdagavond speelde ik een rol op een bonte literaire avond, veel publiek, levendige sfeer. In de pauze sta ik met een van de organisatoren te praten als ik een man met een luier om zie. Hij drinkt een pilsje. Jaar of veertig. Blote benen, witte sokken, witte gymschoenen en een geel T-shirt. En een rugzakje om. Maar het is vooral die luier. Ik denk aan een vrijgezellenavond, evenementen die niet het beste in ons losmaken. Een vrouw in gewone kleren vergezelt hem. Ik schrijf nu wel gewone kleren, maar wat zijn dat, gewone kleren?

Bananen

Vergeten hoe ze heten: betaalpalen? In de supermarkt, bedoel ik. Dus niet aan de kassa betalen, maar geheel contactloos. In de supermarkt om de hoek is deze manier van doen een maand of vier gangbaar, maar gelukkig staat er nog steeds een caissière bij die geen caissière meer is: ze houdt vriendelijk toezicht en geeft indien nodig adviezen. Dus als je ineens last heb van de contactloosheid kun je toch contact maken, maar dan wel met een duidelijke vraag.

Zeilboot

Soms besef je niet dat iets echt bedácht is. Kom erop nu ik lees dat vorige week op hoge leeftijd Dan Robbins overleed. Hij bedacht tekeningen met genummerde vakjes. Bij ieder nummer hoorde een kleur. Zo kon je dan een schilderij maken. Dan hoefde je zelf niet na te denken. Deze invulschilderijen waren populair. Of ze het nog zijn, weet ik niet. In mijn omgeving zie ik ze niet. 

Pagina's