Soms verzeil ik in een aangelegenheid waarvoor subsidie moet komen. Altijd iets in de kunstsfeer. Maar als het woord `subsidie’ valt, deins ik terug. Goed dat het bestaat, maar ik wil me er niet mee bemoeien, dus alsjeblieft niet aanvragen, niet omdat ik die niet wil, maar ik heb een sterke angst voor formulieren, want ben al na een paar zinnen de weg kwijt. En dat geldt zeker voor formulieren waarmee je subsidie aan moet vragen.
Er zijn woorden die ik licht angstaanjagend vind, niet door hoe ze klinken, maar uiteraard door hun betekenis en wat die betekenis oproept. Vraag me niet meteen met een paar sprekende voorbeelden te komen, want ik heb die woorden naar ver weg gejaagd. Soms komen ze van daaruit terug. Gisteren: lustobject. Het zal vast fel opgedoken zijn in de MeToo-berichten, maar toen las ik er, denk ik, overheen, waarschijnlijk door overconcentratie op de totale strekking van die informatie.
Wat is dat toch? Telkens als ik een bericht over het rijexamen lees of hoor, moet ik sterk op mij ademhaling letten. Ja, natuurlijk weet ik hoe dat komt, maar ik wil me er graag voor afsluiten, wat helaas niet lukt.
Afgelopen dagen was ik vaak uithuizig, onder de mensen zogezegd, en nooit hoorde ik het woord `Klimaatakkoord’. Inmiddels gaat het er in de kranten en op de radio behoorlijk over. Op televisie ongetwijfeld ook, maar ik keek alleen maar naar sport en had dan wel weer genoeg gekeken.
Kleine overtredingen mogen. Daarmee werd ik gisterochtend wakker. Bericht in het journaal: agenten voeren actie voor een betere CAO, vandaar. Ik blijf herhalen dat agenten net als werkers in de gezondheidszorg de best mogelijke werkomstandigheden moeten worden aangeboden. Onze overheid zou er trots op moeten zijn als dat zonder gedoe kan. In dit land, voeg ik eraan toe. Sommige mensen zeggen om de haverklap `in dit land’. Hoor ik niet bij, maar soms moet het. Het is niet niks om in dit land agent te zijn.
Bij de drogist (Etos) ligt naast de kassa een foldertje waarop staat `vakantie checklist’. Vind het altijd prettig te vragen of iets gratis is: “Mag ik dat zo meenemen, mevrouw?” De mevrouw heeft hetzelfde als ik, maar dan omgedraaid: “Ja, neemt u maar mee. Altijd fijn om bij de hand te hebben.” Mijn vakantie ligt al achter me, maar daarom is zo’n checklist aangenaam. Lekker even nagaan wat ik allemaal niet nodig heb gehad.
Soms hóór je jezelf praten en meestal is er dan iets mis, terwijl wat er mis is niet 1, 2, 3 valt duidelijk te maken. Nu hóór ik mezelf bijvoorbeeld zeggen: “Eigenlijk komt het door het warme weer. Dan heb ik geen jasje aan. En daardoor heb ik niet alles bij me.” Ik noteer dit allemaal met grote tegenzin. Ik houd niet van het woord `eigenlijk’, wil het liever nooit over het weer hebben en wat bedoel ik in hemelsnaam met `alles bij me’ hebben?
België bestaat niet, hoor je weleens, ja geografisch wel, maar het is geen land zoals Nederland een land is, het zijn er twee, zelfs een beetje drie, hoewel het Duitstalige gedeelte te klein voor woorden is – ik ben er ooit geweest, de meeste mensen zijn er onverstaanbaar, er wordt veel gedronken, vrij vroeg op de dag al, en in de paar restaurants die er zijn, kun je grote lappen tamelijk taai vlees eten.