Een kennis van me overkomt het volgende. Hij heeft een café en huurt van de gemeente twee containers waar hij dagelijks de afval uit het café in gooit. Op een ochtend ziet hij een man naderen met twee vuilniszakken en die propt hij in een van de cafécontainers. En terwijl hij dat doet, schuurt een van die zakken open en valt er een pizza op straat. De man doet alsof dat niet zo is en loopt door. Mijn kennis spreekt hem hierop aan. De man van de vuilniszakken reageert geïrriteerd en zegt dat hij niets met die pizza te maken heeft, dat die er al lag.
Als het goed is, staan ze vandaag op het bordes rond de koning, de nieuwe leiders van Nederland. Voor een paar van hen betekent het dat een droom is waargemaakt, of zoiets. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de minister van Buitenlandse Zaken. Wie kan er iets opnoemen waaruit blijkt dat hij de geschiktste persoon is voor deze ingewikkelde en veeleisende functie? De heer Rutte vindt dat hij een beloning verdient. Voor trouwe hardnekkigheid.
Tot ver in december treden zangeres Beatrice van der Poel en ik op in meestal kleine theaters overal in het land - ik zing niet. Het betekent onder meer dat we vaak in de file staan, want we gaan halverwege de middag op pad. En dan doet zich onderweg bijna altijd die vreemde honger voor. Ik noem het vreemde honger want we willen dan graag vies eten kopen in tankstations. Het aanbod neemt op die plekken trouwens toe in kwaliteit, maar soms stuit je op adembenemende taferelen die onweerstaanbaar zijn.
Op dinsdag heb ik het liever niet meer over maandag, maar nu moet het even, want gisterochtend kwam ik al vroeg in twee kwesties terecht waarvan ik niet goed wist waarmee ik er heen moest, in mijn hoofd.
Iedere donderdag zit de nieuwe Donald Duck bij de post. Soms is er iemand op bezoek als ik de post van de deurmat pak en op tafel leg. Natuurlijk gebeurt het dat het bezoek vragend naar de Donald Duck wijst, maar ik zeg er steeds minder over, ook omdat ik niet weet wat. Ik ben niet mijn hele leven abonnee, want het eerste nummer verscheen in mijn geboortejaar en toen was ik nog niet staat er als de kippen bij te zijn.
Bij het bericht van de dood van Frits Bom dacht ik niet dat hij al lang overleden was, wat ik soms heb bij mensen die ik lang niet meer zag of aan wie ik lang niet meer dacht. Hij is niet oud geworden.
Deze dagen wordt er veel over Jan Wolkers gezegd en geschreven. Gisteren was het tien jaar geleden dat hij overleed – ik ben opgehouden iemand te zijn die dan verbijsterd uitroept: is dat alweer tien jaar geleden?!
“Pas maar op,” zegt de patiënt voor me. “Het is oorlog.” Hij wijst naar de fysiotherapeut bij wie ik dadelijk op de behandeltafel ga liggen. Zijn praktijk is in de fitnessclub, in een afgezonderde ruimte, dat wel. Het heeft iets handigs: ik overdrijf vaak in de fitnessruimte en kan dan meteen met de blessure naar de fysiotherapeut die me dan weer nieuwe oefeningen voorschrijft die ik ter plekke kan doen. Als ik ervoor in de stemming zou zijn, kan ik een minstens een halve dag in de fitnessclub doorbrengen.
Dat Pipo de Clown terugkeert op de Nederlandse televisie! Niet in oude afleveringen, nee, er komt een nieuwe Pipo die er hetzelfde uitziet als de oude Pipo, ook met een zonnetje op zijn linkerwang. Hoe oud was ik toen ik voor het eerst naar Pipo keek? Ik denk een jaar of zeven, acht, eind jaren vijftig, begin zestig. Er was toen alleen op woensdag- en zaterdagmiddag een uur voor kinderen op televisie. Je was dus met alles blij.
Of ik het zorgelijk moet vinden, weet ik niet. Misschien vraag ik het me al heel lang niet eens meer af. Wat is er aan de hand? Ik zeg er meteen bij dat het in principe niet belangrijk is, maar ik moet het even kwijt naar aanleiding van iemand die ik in het avondjournaal van zondagavond waarschuwend aan het woord hoorde.