Van de Golden Earring heb ik alle muziek die ze gemaakt hebben, en daar luister ik ook nog vaak naar. Ik ben ermee opgegroeid en die fase van mijn leven is nooit tot in de puntjes voltooid, dus zonder pathetisch te doen kan ik zeggen dat de Earring bij me hoort. Ik heb betere muziek in de kast staan, natuurlijk, maar daar gaat het nu niet om, luisteren naar de Earring is telkens weer thuiskomen, ja, de band hoort bij het meubilair van mijn leven.
Eén seconde niet opgelet. Dat zei Hans Klok afgelopen weekend, nadat tijdens een act een zwaard door zijn arm heen was gegaan. Ik meen dat vrijwilligers zwaarden mochten steken in een doos waarin de artiest zat opgesloten. Gaat normaal nooit mis. Hans Klok is geen zeurpiet en altijd verfrissend laconiek: hij treedt weer op en vindt het dus ook eigen schuld: één seconde niet opgelet. Ik geloof dat hij het zelfs over een fractie van een seconde had.
Op weg naar sportbeoefening zie ik op de hoek van de straat een vrouw op een taxi staan wachten. Dat het om een taxi gaat, kun je altijd zien: mensen kijken gespannen om zich heen naar alle richtingen waaruit die taxi kan komen. Vrouw ken ik. Weer door sportbeoefening. Wanneer ik in de vroege ochtend naar de fitnessclub loop, kom ik haar vaak tegen. Ze wenst me dan sterkte. Nu staat er een grote rugzak naast haar. Ze heeft kleren aan die bij een rugzak horen. Eindelijk kan ik ook eens een wens uitspreken: “Prettige vakantie.”
In deze tijd heb je vakantiegangers, thuisblijvers en reizigers. Tegen die laatste groep moet je niet zeggen `Prettige vakantie’, want een reis is wat anders dan vakantie, een ander soort inspanning, ook een andere intentie, het gaat niet alleen om de recreatie, nee, vaak is het de bedoeling dat je jezelf beter leert kennen, wat op vakantie ook kan gebeuren, maar dan is het meer per ongeluk. Als je denkt dat een reis ook vakantie is, neem je de reis niet serieus, en de reiziger dus ook niet. Beetje uitkijken geblazen.
Het wordt leger om me heen, bijna iedereen is vakantieganger geworden, het merendeel tot op het bot gestrest. De radio gaf me zaterdag en gisteren ook veel informatie over hoe de wegen in Europa eruitzagen. Mij ontspant het zeer daarvan kennis te nemen aan de keukentafel. Ik hóór de gesprekken in de auto’s: de irritatie, de pogingen de moed erin te houden, de irritatie die daardoor verhevigd wordt, iemand die verwilderd schreeuwt: “We hadden afgesproken niet over de file te zeiken!” Rond de keukentafel is het verfrissend stil.
Het is een wachtplein met daaromheen zes poliklinieken. In een daarvan moet ik zijn en als je daar zit te wachten, ben je midden in de wereld. Zo voelt het. Nog niet zo lang geleden nam ik weleens een boek mee, maar dat hoeft niet meer, er valt om je heen genoeg te beleven. Dat ik me erop verheug, is te veel gezegd, maar ik ben altijd wel nieuwsgierig.
Of het typisch Nederlands is, weet ik niet, maar we hebben de neiging wat niet per se klein gemaakt hoeft te worden, kleiner te maken. Ik heb het niet over voorwerpen. Nee, bijvoorbeeld als je bij vrienden gegeten hebt en het erg lekker was. Zeg je dan ook: “Jongens, wat was het lekker.” De gastheer knikt aarzelend: “Ach, het was een probeersel.” Een probeersel? Raar woord trouwens.
Gewoon even doorzetten. Ik voel bezwaar tegen ieder zinnetje waarin `gewoon’ voorkomt, want niets is gewoon, gelukkig, maar ja, verzet is zinloos, dus: gewoon even doorzetten. Haast nooit zeg ik het tegen iemand, want het lijkt dan zo makkelijk, gewoon even doorzetten.
Omdat de vakantie onvermijdelijk is, stonden er zaterdag in de bijlage van deze krant adviezen van de relatietherapeut, want de vakantie is een groter probleem dan nog niet zo lang geleden. Door die adviezen wil je het liefst in je eentje weg, hoe verfrissend kan dat zijn, maar ja, het is niet altijd mogelijk. De relationele adviezen liggen naast me op mijn bureau en soms lees ik een stukje opnieuw. Ze zijn ook van toepassing wanneer je niet op vakantie bent. Het is met name advies 1 dat telkens mijn aandacht trekt: `Stop, zwijg en praat later’.
Deze week is Nijmegen de hoofdstad van Nederland en behalve het wandelfeest moeten we ook de verschijnselen eromheen strak in de gaten houden. Bijvoorbeeld het plaspark bij het station. Mannen die graag wildplassen, kunnen daar hun gang gaan, tegen van alles wat normaal bij hoge nood hun mikpunt is, zoals een brievenbus, een brandweerkraan en toppunt van plasgenot: de voordeur.