Kan de `jij’ of `u’-kwestie me iets schelen? Gisteren kwam die in deze krant aan de orde. Toen ik ver weg in de vorige eeuw weleens bij IKEA kwam, hinderde het ge-jij me daar nogal. Te dwingend vond ik het, ja, IKEA kwam wat te dichtbij, dát was het. Laat me met rust, dacht ik, terwijl ik met harde tegenzin op zoek was naar iets wat ik tot mijn spijt enorm nodig had. Ja, dan kan `u’ of `jij’ me dus wel iets schelen. In veel situaties houd ik graag enige afstand, niet uit nuffigheid of zoiets, maar ik bepaal graag zelf wie ik tot op mijn huid voel.
Zaterdag las ik in deze krant dat we blij worden van kerstverlichting. Altijd wanneer ik van zoiets kennisneem, vraag ik me meteen af: is dat zo, werkt het bij mij zo? Onder anderen geluksprofessor Ruut Veenhoven komt in het artikel aan het woord: “Het is een algemene menselijke trek dingen op te leuken.” Doen we dus met al die lichtjes. Wanneer ik `opleuken’ lees of hoor, voel ik me onmiddellijk gealarmeerd, doordat ik zeker denk te weten dat iets wat niet leuk is, niet echt op te leuken valt, want dan is er in de basis al wat mis.
Je wordt al snel een zeurpiet als je telkens zegt dat je alwéér schrikt omdat er wéér iets niet mag of kan. Het zijn vaak beschamende beperkingen en ik probeer die langs me heen te laten waaien. Nooit zeg ik: “Het is me wat.” Maar ik denk het wel, maar dat denken is iets anders dan het uitspreken. Daarbij vind ik `Het is me wat’ woorden waarvan je gezicht een beetje grauw gaat hangen en ook komen er slappe krullen in je haar.
Gisterochtend zette ik vroeg de radio aan en hoorde een zorgvuldige middenstandstem zeggen: “De mensen hebben behoefte aan een stukje kwaliteit.” Korte pauze, die hoe kort ook toch een plechtige uitstraling had. Dan: “Zeker in deze tijd.”
Soms kost het moeite, maar ik heb geleerd niet meteen alles op te zoeken als ik iets niet weet of ergens niet op kan komen. Is zo makkelijk en efficiënt: tijdens het natafelen vraagt iemand hoe de hoofdstad van Albanië ook alweer heet. We pakken ons mobieltje en raadplegen google of een andere informatiebron. Binnen een paar seconden roepen we in koor: “Tirana!”
Altijd een uitstekend woord gevonden: onstuimig. Staat voor moeilijk beheersbare dynamiek en in mijn gedachten hangt er niets negatiefs omheen, niet alles hoeft beheersbaar te zijn. Zelf ben ik graag in een onstuimige stemming, terwijl ik niet weet of iedereen dat op prijs stelt. Maakt verder niet uit, in een onstuimige stemming kan ik heel goed in mijn eentje zijn.
Als je wat wilt veranderen, moet die verandering wel een verbetering zijn. In onze familie vieren wij vanavond pakjesavond. Op 5 december heeft iedereen het druk en ik ben, geloof ik, de enige die vindt dat je die avond niet iets anders te doen moet hebben. Maar goed, het feest gaat toch door, dus een dag eerder. Ja, hier blijft het een feest en tot nu toe heeft na afloop nog nooit iemand gezegd: “Volgend jaar moet het helemaal anders.”
Weer tuimelde het woord `beleving’ over tafel. Ik kwam het tegen in een stuk over fysieke winkels, wat ik nog steeds een vreemde aanduiding vind, maar bedoeld wordt de winkels met een deur en toonbank of balie met daarachter iemand die vraagt of hij je kan helpen. Die winkels hebben het moeilijk, want we zitten graag achter ons scherm van alles te bestellen.
Regelmatig, véél te regelmatig krijg ik digitaal de vraag of ik mijn mening wil geven over een restaurant waar ik heb gegeten, een theatervoorstelling die ik heb bezocht, een hotel waar ik heb geslapen, service die een bedrijf heeft verleend en ga zo maar door. Er staat altijd bij dat mijn mening belangrijk is en dat ze daarvan iets leren. Ik moet me dan natuurlijk gevleid voelen, maar die zachte sensatie heb ik niet, want het is onzin.
Het is mijn kop in het zand steken, ik weet het, maar artikelen over gezond voedsel sla ik meestal over. Ik doe mijn best verantwoord te eten, maar in zo’n artikel lees ik altijd iets wat ik niet goed doe. Wil ik dat dan niet weten? Ja en nee.